De Hollandsche Lelie. Jaargang 18
(1904-1905)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdCorrespondentie van de redactie met de abonnésHuisvrouw. Beter laat dan nooit, zult U met recht denken, als U dit antwoord onder de oogen krijgt. Ik zou U graag heel veel antwoorden op Uw brief, en op Uw opinies over die verschillende vorsten, maar als ik dat éérlijk deed zou ik misschien in aanraking komen met de wetten op majesteitsbeleediging, enz. - Dus moet ik maar zwijgen | |
[pagina 372]
| |
veiligheidshalve, en mij er toe bepalen U te zeggen, dat ik het met U eens ben van a - z op die punten. - Wat U schrijft over het vermorsen van hunne werkkracht en kunde, door heel veel vrouwen van den tegenwoordigen tijd, is zóó waar, dat ik 't in Uw eigen woorden hier een plaatsje geef; ‘Met vermaak heb ik de verslagen gespeld van het vrouwen congres in Berlijn, en ik vraag mij wel eens af hoe het toch komt, dat werkelijk knappe menschen, zoowel mannen als vrouwen, zoo in het leven onpraktisch te werk kunnen gaan, en ik kom tot de conclusie dat veler knapheid daarin bestaat om op eene handige manier zich zelve omhoog te stuwenGa naar voetnoot*). Uit die verslagen zag ik toch wel, dat velen der vrouwen werkelijk groote kande hebben, veel werkkracht, en lust, en ik dacht zoo: als die zich nu toch eens allemaal konden tevreden stellen met hun goeden wil en hun krachten te besteden aan eigen-werkkring of huishouding of kinderen, wat zou er dan langs natuurlijken weg meer bereikt worden dan door het tegenwoordige schreeuwen buitenshuis, en dat beloofde land van vrouwen-kiesrecht! Als de vrouwen al hun talenten buitenaf gaan exploiteeren en zoo weinig mogelijk naar hunne kinderen omkijken, dan zal er op den duur hoe langer hoe meer voor die kinderen te rakkeren vallen.’ .... Hier moet ik afbreken met het doen van aanhalingen. Want als ik namen mocht noemen in de Lelie, zooals U het kunt doen in particuliere brieven, ik verzeker U dat ik U staaltjes kon geven, waarbij de Uwe nog niets zijn. - Mevrouwen, die elke week een andere meid hebben, en spreken over de dienstbodenquestie, nuttige dames, die hun eigen kinderen overlaten aan het bon plaisir van een kindermeid, of van wie toevallig thuis is om er op te passen, etc., etc. - Dank voor Uw vriendelijte woorden aan mijn adres en over de Lelie.
Cum Deo. - U zult, hoop ik, mij vergeven dat Uw brief lang onbeantwoord bleef. In hoofdzaak, omdat er eigenlijk geen ander antwoord op valt te geven, dan een woord van dank voor Uw sympathie, die mij altijd welkom is. Over dat artikel van van Deyssel in de Lelie weet U namelijk reeds mijn opinie, door mijn eigen beschouwingen over Coenen. - En wat de winkeljuffrouw van l'Oiseau d'Or betreft, ben ik 't niet heelemaal met U eens, want ik vind dien meneer, die maar dadelijk trouwt met die juffrouw die zijn kinderen komt hoeden-passen, zoowel als die kinderen-zelf, een beetje tooneel-achtig. In de werkelijkheid gaat het m.i. minder romantisch toe, en stuit men op veel meer vooroordeel en bekrompenheid. M.i. is dit gedeelte van het boek het minst waarheid-getrouw. - Ja, de Roomschen zijn m.i. veel weldadiger en veel meer bereid den armen te helpen, dan de protestanten 't zijn onderling. (Dit ziet op het verhaal in Uw brief).
P. van V. Ik dank U zeer voor Uw vriendelijke inlichting, dat Ossip Schubin het pseudoniem is van Lola Kirschner, zooals gij mij mededeelt naar aanleiding van mijn boek Vrouwenliefde in de Literatuur.
Phra. - Ik ben U nog steeds dank schuldig voor Uw fraai epistel. Tot mijn spijt kan ik er niet nader op ingaan. U zult wel begrijpen, waarom niet. ‘Het haantje zou dan zijn kam weer opnieuw opzetten, en nog woedender oogen maken’, dan nu reeds het geval is. Een ‘haantje’ is een beeld waarvoor ik U de verantwoordelijkheid moet laten. Maar 't is waar, dat hennetjes geen kam dragen. Denkt U maar eens na, tegen dat U opnieuw schrijft, over een nieuwe benaming. - Van den zomer en in 't najaar was ik zoo veel uit de stad, dat het beloofde bezoek in Uw buurt erbij inschoot. Ik hoop een volgend jaar te komen kijken. Hartelijk dank voor den toegezonden Gids. - Hebt U die leeswijzers gezien van de Holl:- drukkerij? Het portret van mevrouw Uw zuster is er ook onder! Ik miste haar bezoek ten mijnent, en kan dus tot mijn spijt niet oordeelen over de gelijkenis. Maar ik vind de afdrukken van diegenen, die ik ken, bijzonder goed-gelijkend en duidelijk. - Vriendelijke groeten aan mevrouw Phra. G. Ik dank U heel hartelijk voor de photo. U hebt er mij bijzonder veel plezier mee gedaan. En ook met Uw brief. Ik ken U nu ineens. - En dat vind ik altijd zoo prettig. - Van harte wensch ik U verdere beterschap toe. Noot redactrice. |