voorbeelden te over te vinden van de gestrengheid en scherpte, waarmede Jezus geeselde en vervloekte het onrecht en de gemeenheid dezer wereld. En daarom is het m.i. een onzinnig beweren, juist van hen die zoo graag zijn naam in den mond nemen, dat de strijd in het openbaar tegen laagheid en onrecht afgedaan kan worden op liefdevolle wijze en met zachte en beminnelijke woordjes.
Maar niet over deze soort boosheid wil ik 't nu hebben. Op het geoorloofde, ja gebiedende daarvan kom ik misschien wel eens in een volgend artikel terug.
De boosheid die ik thans speciaal op het oog heb, is eene van het dagelijksche particuliere leven, zich richtend, soms te recht en soms ten onrechte, tegen hen die je lief zijn, maar die je op zoo'n oogenblik aanleiding geven tot een soms gerechtvaardigden en soms onbillijken (dat doet er eigenlijk niets toe) toorn op hen. -
Ik herhaal, ik moet de nederige bekentenis afleggen, dat ik mij op die wijze wel eens heel driftig kan maken op den een of ander van wien ik ontzettend veel houd. - Natuurlijk geeft zoo iemand er op dat oogenblik in mijn oogen alle aanleiding toe, dat ik mij boos maak. Het staat voor mij vast dat het gelijk aan mijn zijde is. - - Maar sinds ik ouder word, en meer en meer begin in te zien hoe kort toch eigenlijk het leven is, hoe gauw de dood komt, hoe weinige de jaren zijn waarin ik hen die ik lief heb zal bezitten, of zelve zal blijven in hun midden, sinds ik het graf reeds meer dan éénmaal zag opengaan om er een die mij héél lief was in te zien neerleggen, een die ik nóóit meer vergiffenis zal kunnen vragen voor een driftig woord, een heftigen uitval, nooit meer zal kunnen zeggen hoe lief hij of zij me was, nóóit meer... sinds dien tijd kost het mij zoo heel weinig moeite, zoodra mijn drift bedaard is, weer goed te worden, en het zoogenaamde onrecht dat mij werd aangedaan maar gauw te vergeten; omdat ik hem of haar die het mij aandeed immers zoo heel lief heb, veel te lief om door wrokken een enkel uur te kunnen bederven van dien korten ons toegemeten tijd, die leven heet. -
Vroeger, toen ik nog veel jonger was en het leven nog maar vóór me zag uit de verte, toen ik ook nog niet wist wat het is, zóó lief te hebben met je heele ziel en je heele zijn, toen kon ik wel eens soms uren achtereen mijzelf de beleedigde voelen, die haar in eigen oogen zeer gerechtvaardigden toorn blééf uitstorten over de aanleiding daartoe, en, in elk geval, vóór alle toenadering mijnerzijds, onvoorwaardelijk eischte dat de ander éérst zijn ongelijk zou erkennen....
Maar och, als je wat ouder wordt, als je de beteekenis van dat groote woord liefde hebt leeren vatten en verstaan in je zelf, en als er waarschuwingen in je leven zijn gekomen, in den vorm van ziekte en dood en scheiding.... hoe begin je dan te begrijpen dat ieder ontvliedend uur onherroepelijk is verloren, en dat het daarom zoo jammer is, zoo dom-jammer, er ook maar één dat mooi en vredig had kunnen zijn te bederven, door krakeelen met hen die je immers in den grond véél te lief hebt voor zoo iets als twist....
Je zoudt alles voor hen over hebben, je heele eigen-ik, je fortuin, je gezondheid, je leven misschien wel...! Maar om een klein gebrek in hun karakter, om een of andere onvolkomenheid die jezelf op je eigen manier toch ook weer hebt, verbitter je hun dagen en je eigene met ruziën en je boos-maken...
En, als je weer kalm bent geworden, en de donderbui is afgedreven, en je ziet dan terug op de oorzaak van je ergernis.... wat lijkt die dan klein en minderwaardig! Heelemaal niet de moeite waard om er zooveel verdriet en ergernis over te maken! Je begrijpt dan zelf niet goed hoe 't mogelijk was, dat zoo'n nietigheid je zooveel booze woorden ontlokte, en je kon verleiden tot zooveel drift tegen een die je immers zóó lief is, ondanks al zijne of hare gebreken....
- - Maar 't allerergste is, als je in angst zit om die je lief ìs. Hebt ge ooit getwist met iemand die U dierbaar was, en later vernomen van zijn ongesteldheid, hoe onbeteekenend ook, of zelfs maar gevreesd zonder reden dat hij ongesteld worden zou vóór Uw twist was bijgelegd? - Een beter middel om je zelf en je eigen kwaadheid te verafschuwen dan die angst, ken ik niet. Al heb je ook 't grootste gelijk van de wereld gehad, al was hij of zij wien je toorn gold ook nog zoo onbillijk toen je in twist van elkaar gingt.... wat kan het schelen, hij lijdt immers, hij wordt je straks misschien door den dood ontnomen.... En ge waart zoo dwaas, zoo egoïst, zoo dom, je eigen geluk te verwoesten omdat je gelijk woudt hebben, omdat je, in je armzaligen hoogmoed, jezelf stelde boven je liefdegevoel. En nu is het te laat. Nu is hij weg. Nu is het uur, dat mooi had kunnen zijn, voorbijgegaan in nutteloos