Brief uit Berlijn.
Berlijn, Mei 1904.
Begin Mei was het hier een overstrooming van tentoonstellingen, nam men een courant ter hand, zoo las men de aankondiging van een opening op dezen of dien datum.
Gij schrikt wellicht, lieve lezeres, bij de gedachte, dat ik U zal rondleiden door zalen, gevuld met planten, schilderijen enz. Ik denk er echter in de verste verte niet aan, U een droge opsomming te geven van al de heerlijkheden die de verschillende gebouwen bevatten, integendeel ik wil U niet vervelen met mijn Berlijnsch nieuws, doch U slechts een kijkje laten nemen in de tentoonstelling der Secession, waar Max Liebermann aan het hoofd staat. Sinds een vijftal jaren bestaat deze vereeniging, geheel een nieuwere richting toegedaan en afgescheiden van de Berliner Künstler.
Het is de moeite waard om gade te slaan, wat voor onmogelijke onderwerpen en nog onmogelijker samenstelling van kleuren door schilders, die in den bond der Secessionisten een goeden naam hebben, kunnen geproduceerd worden.
Ik kon met moeite mijn lachlust bedwingen, toen mijn oog viel op een schilderij, ‘de verzoeking’ voorstellend. De naakte vrouwenfiguur is Eva, met wellust op den appel neerziend, voordat zij hem afplukt.
Maar welk een Eva!
Men ziet haar steeds afgebeeld met lange, blonde haren; ik twijfelde eerst of het wel Eva, was, doch het werd mij verzekerd, daar deze vrouwengestalte precies geleek op een kapperskop met gefriseerde opgestoken haren en dan nog een achtergrond die het geheel volmaakte. Bij alle voorstellingen van Eva met den appel, denkt men zich als vanzelf sprekend een bosch of boomgaard op den achtergrond.
Neen, hier niet; een gewoon donker behangsel bezaaid met de figuren der Fransche Lelie! Kan men zich iets onwaarschijnlijkers denken!
Nog een ander stuk is hoogst modern.
Blauw en groen zijn modekleuren, doch op schilderijen moet men de mode niet in praktijk brengen, tenminste niet bij een onderwerp, dat twee schermende mannen voorstelt. Eén man is levensgroot in vechtende houding afgebeeld, terwijl van de tegenpartij slechts één hand met den degen gewapend, zichtbaar is. De kampioen staat half naakt, met een blauwe broek aan op een hard groen grasveld; de lucht is helblauw, gelaat en bovenlichaam met een blauwgroen waas overtogen, hand en arm bedekt door den blauwen schermhandschoen; zelfs over de degens licht een blauwgroene gloed. Ik heb er mij in verdiept, wat de schilder met deze kleurenmengeling op het oog heeft gehad, doch ben tot de conclusie gekomen, dat slechts de lust om excentriek te schijnen hem kan bezield hebben.
Ik zou U nog vele zulke prachtexemplaren kunnen beschrijven, doch des Guten zuviel, is niet noodig. Gelukkig ontdekt men af en toe een oase in deze woestijn van naar opvallendheid strevende schilders. Ik meen hiermede de portretten van twee schilders, een Duitscher en een Hollander; n.l. het portret van Richard Wagner door Franz Stück en de fijn geacheveerde dito's van Jan Veth. De Duitsche klodderschilders konden gerust eens een lesje gaan nemen bij hunne kunstbroeders te München en te Bussum.
Niettegenstaande al de op- en aanmerkingen van het publiek wordt er in de secession ontzettend veel verkocht. Het zijn meest de rijke Berlijnsche bankiers, die deze richting bevoordeelen en hun salons vullen met schilderijen, die berekend zijn om op groote afstanden effect te maken. Max Liebermann behoort tot hetzelfde ras als de rijke bankiers, daar zit 'em de kneep!
In de vrouwenwereld is alles in rep en roer om een Internationaal Vrouwencongres samen te stellen, dat in de volgende maand alhier zal gehouden worden. In zijn soort is dit congres ook een tentoonstelling n.l. van vrouwen uit alle werelddeelen, die hare inzichten en meeningen omtrent het optreden der vrouw in het huiselijk, maatschappelijk, wetenschappelijk leven tentoonstelt.
Interessant kan het zijn; het programma dat is vastgesteld geworden, is zoo uitgebreid, dat het mijns inziens een amalgama zal wor-