paar kiesche woorden zijn bedoeling nog nader toe te lichten:
‘Ik hoop, dat men mij begrijpen zal; als een vrouwelijke leerling elke maand, gedurende een viertal dagen of langer, minder goed kan opletten, minder goed kan denken in de les, minder goed thuis werken kan, ontstaan er leemten in haar kennis. Door die leemten ontstaan weer andere leemten; zij begint van het vak al minder en minder te begrijpen; de tegenzin wordt hoe langer hoe grooter; en het resultaat is: verdwijnen van de school, of het volgen alleen van die lessen, waar zich het verschijnsel niet vertoont.
In den regel zijn dat de talen, want dáár grijpt alles niet zoo in elkaar als bij de wiskunde.
En zwakte in wiskunde werkt natuurlijk na bij mechanica, natuurkunde, i.e.w. bij alle exacte vakken.
En ziedaar het verschijnsel verklaard! Op de lagere school hoort men, zooals ik boven reeds zeide, niet zoo klagen over het verschil tusschen jongens en meisjes, Et pour cause!
Met opzet heb ik bij dit punt zoo lang stil gestaan, omdat het zoo belangrijk is. Zoovelen denken, dat ze er met hun dochters zijn, als ze de jongens-H.B.S. maar afloopen; maar hoevelen doen dat, en bij hoeveel meisjes wordt door de groote inspanning, die zij zich getroosten, om toch een voldoend cijfer te behalen, juist in een tijd van lichamelijke ontwikkeling, misschien de grond gelegd voor latere ziekteverschijnselen? Daarover kan ik niet oordeelen: dat moeten de medici doen.’
Met opzet druk ik dit onverdacht getuigenis over, omdat juist hierin een zwaartepunt ligt van de ‘vrouwenquestie’ waar het allerlei beroepen en de gevolgen daarvan geldt.
Een man-vrouw, wier gekakel nooit ontbreekt waar het geldt te schetteren over feminisme met woord en met pen, heeft mij eens geantwoord toen ik haar in een gesprek onder vier oogen wees op déze zijde der zaak: ‘Onzin, ik heb nooit gemerkt dat zoo iets invloed op je hadt.’ - 't Is mogelijk, maar dan bewijst dat alleen dat zij een dier droevige producten is, die de natuur hier en daar gelieft te scheppen: noch vleesch noch visch. - De normale vrouw echter, de vrouw, zal altijd en onder alle omstandigheden rekening hebben te houden met haar lichaam. En de ongetrouwde moderne-oude-juffrouwschare, die zich steeds zoo aandoenlijk bekommert over ‘Het nageslacht’ en ‘Het kind der toekomst’ (dat wel nooit zal worden voortgeplant door háre dorre lichamen), zou goed doen zich óók eens af te vragen: hoeveel schade er berokkend wordt aan ‘het nageslacht’ en ‘het kind der toekomst’ door het door hun toedoen onzinnige gedoe, van jongemeisjes (die later moeder zullen worden) opzweepen tot niet voor hunne lichaamskrachten berekende studies, beroepen, en vakken. Daarin juist steekt het gróóte kwaad dat deze dorre, verdroogde oude-juffers aanrichten, dat zij een geheele schare van goedgeloovige, onervaren, door den tijdgeestmeegesleepte, eerzuchtige jonge-meisjes op een dwaalspoor brengen, door haar voor te preeken dat elke vrouw elk mannenvak kan beoefenen, als zij maar wil. - Dáárdoor, veel meer dan door slechtzittende corsetten, of te nauwe schoenen of door dierlijk voedsel, wordt ‘het nageslacht,’ ‘het kind der toekomst’ blijvend geschaad. Want daardoor krijgt het in negen van de tien gevallen een door zenuwziekte, geestes-overspanning, en op andere wijze
ziekelijk-geworden moeder; - die gezond had kunnen blijven ware zij opgevoed op een minder afmattende, méér voor haar vrouw-lichaam berekende wijze. -
- - - Dr. Van Deventer betoogt hier uit zijn 25-jarige leeraarservaring dezelfde eeuwige waarheid, die geen man-vrouw en schreeuwende feministe kan wegredeneeren. Ons vrouw-lichaam is niet ingericht op dezelfde mate van onafgebroken inspanning en afmatting, waartoe het man-lichaam zich leent. Wie noodgedrongen met deze waarheid geen rekening kan houden, en zichzelve moet dwingen tot onafgebroken werken, die is te beklagen, óók al houdt zij het vol. En daarom is het geenszins aanbevelenswaardig, - wanneer de ouders of de betrokkenen voor een vrije-keuze staan, - bij voorkeur een vak te kiezen dat zich uit den aard der zaak méér leent voor den man dan voor de vrouw. -
Ouders, en gij dochters-zelf, die oud genoeg zijt om in dezen te kunnen meespreken, léést het behartenswaardige, volstrekt niet-antifeministische artikel van dr. Van Deventer.
En bezint eer gij begint.
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.