De Hollandsche Lelie. Jaargang 17
(1903-1904)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdFotografie.Met dit stukje wordt een rubriek geopend, die, naar ik hopen wil, zich in eene genoegzame belangstelling van de lezeressen en lezers der Holl. Lelie moge verheugen. Voorloopig zal het fotografisch procedé worden behandeld en wel vooral daarom, omdat dit in de bekende handleidingen steeds veel te wetenschappelijk wordt behandeld. Daar de een echter meer, de ander weer minder in de kennis der fotografie zal doordrongen zijn, is het doel dezer rubriek voornamelijk dit: een Vragenbus te openen, waarin alle ingekomen vragen zoo uitvoerig en accuraat mogelijk zullen worden beantwoord. | |
Is Fotografie Kunst?Ga naar voetnoot*)Verbazende vorderingen hebben de hedendaagsche fotografen gemaakt en ik kan wel zeggen, dat er een omwenteling op het gebied der fotografie is gekomen. De fotografen hebben er blijkbaar eene ernstige studie van gemaakt, en in meer dan één opzicht, Fotografie is zonder twijfel een kunst, een kunst in den waren zin des woords. Een kunst, die naast de schilder- en beeldhouwkunst staat en lof ontvangt, zooals het kunst waard is, niet als schilderij of prachtig gebeiteld stuk marmer, maar als een geheel afgescheiden iets. Beschouw eens de moderne ateliers. Als het naar de eischen des tijds is ingericht, de keuze der meubelen enz. artistiek is, en de fotograaf een goeden smaak bezit, die alles beheerscht, dan kan men met zekerheid zeggen, dat die fotograaf boven het gewone peil staat. Onze moderne fotografen moeten tegenwoordig lust tot studeeren en hun eigen idées hebben. Zij moeten als het ware fotografieën scheppen. In werkelijkheid hebben de vorderingen op fotografisch gebied de artisten ieder verschillend in hunne opvatting gemaakt. Een beoordeelaar is in staat direct den naam van den fotograaf te noemen, daar hij den stijl, pose en belichting van den artist herkent. De hedendaagsche menschen verlangen origineele poses, bijzondere wijze van opplakken der foto's, e.d. Dit noodzaakt den fotografen telkens iets nieuws te bedenken. Gedachten zullen zonder twijfel een groote rol spelen in de fotografie. Die gedachte moet natuurlijk oorspronkelijk zijn en zal niet de gefotografeerde persoon voorstellen, maar een zeker idée; zij geeft ons dus een kunststuk te zien en niet slechts eene mooie en goed afgewerkte gelijkenis van Mevrouw die of die. Wij hebben tegenwoordig fotografen, die dit in practijk brengen. Het publiek erkent ook, dat het kunst is en zulke artisten zijn zeer in trek. En wrat een voldoening is het, voor zichzelf te weten, in staat te zijn een fotografie te maken, welke als een kunststuk beschouwd wordt. Zulke juweeltjes zijn natuurlijk niet bij stapels te maken. Het neemt veel tijd in beslag, maar de uitslag vergoedt alles. Ik geloof, dat op de ‘Eerste Internationale Salon van Kunstfotografie,’ die van 12 Juni tot 24 Juli e.k. in het gebouw van ‘Pulchri Studio’ te 's-Gravenhage zal worden gehouden, grootsch werk te zien zal zijn, dat het publiek zal overtuigen en bewondering zal verwekken in de oogen van hen, die het belachelijk vinden fotografie als kunst te beschouwen. X.
In verband met het bovenstaande deel ik voor belangstellenden gaarne mede, dat hier | |
[pagina 750]
| |
ter stede door de bekende firma Ivens & Co., (Nijmegen, Amsterdam en Groningen,) een zaak is geopend: Noordeinde 124, voor Photographie-toestellen en andere benoodigdheden op photographeeren betrekking hebbende. Men kan den heer Ivens voorspellen dat de firma, hare Haagsche zaken op deze wijze aanvattend, zeker het door hen gehoopte succes zal hebben. De architect Falkenburg ontwierp de geheele betimmering enz., terwijl de firma Pander voor de uitvoering goede zorg droeg. In dit magazijn staat een voor de Photographie kernachtige spreuk: ‘Fotografeeren ontwikkelt den smaak en het kunstgevoel.’ Dat dit het geval kàn zijn, bewijzen ons eenige kunstfoto's welke de wanden van dit magazijn versieren. Een andere daar te lezen spreuk is ‘Tot Ivens & Co. wendt men zich, wil men vlug, zaakkundig, en billijk bediend worden.’ Op eene leestafel vindt men tal van binnen- en buitenlandsche foto-tijdschriften; terwijl een groot lokaal (het geheele pand is ruim 40 Meter diep) ingericht is voor de afdeeling ‘projectie-goederen’ (voor lichtbeelden.) Ook in Nederland toch komt dit deel van aanschouwelijk onderricht (bij lezingen enz.) hoe langer hoe meer in zwang.
Redactrice. |
|