Brief uit Berlijn.
(Reformkleeding in Berlijn.)
Maart 1904.
De beweging op het gebied der Reformkleeding was oogenschijnlijk geheel ingesluimerd, men hoorde er niets meer van, totdat deze week op éénmaal een tentoonstelling en een Reformkleiderfest werden aangekondigd.
De tentoonstelling ging uit van het groote magazijn der firma Wertheim in de Leipzigerstrasze en is geheel op kunstenaarsleest geschoeid. De directie van dit Waarenhaus heeft een nieuwe branche aan de dames-confectie toegevoegd door een atelier te openen, waarin reformtoiletten naar modellen en teekeningen van kunstenaars en kunstenaressen bewerkt worden en zoo, dat bij het gemak der reformjaponnen meer smaak gevoegd en de Parijsche mode niet uit het oog verloren wordt.
Deze afdeeling staat onder leiding van een kunstenares, Fräulein Else Oppier. Behalve hare zeer elegante costumes, hebben nog eenige kunstenaars uit München, Lübeck, Berlijn, enz. door hen ontworpen toiletten tentoongesteld.
Een toilet door den schilder Alfred Mohrbutter (te Berlijn, die een groot voorstander is) trok zeer de aandacht. Het was als volgt samengesteld: blouse uit roode liberty zijde met geborduurd kraaggarnituur en blauw fluweelen rok. Dit costuum sloot geheel aan de taille aan en de aan zet van den rok was lager, waardoor het geheel een slankeren indruk maakte, dan gewoonlijk met blouse en reformrok het geval is. Keurige toiletten waren op mannequins geplaatst, maar de meesten werden aanschouwelijk tentoongesteld. In drie kleine ineenloopende kamers met bloeiende seringen gedecoreerd en smaakvol gemeubileerd, fungeerende als ontvangkamers en theesalon, bewogen zich voortdurend jonge dames gekleed in verschillende reformtoiletten. Op deze manier maakten de costuums veel meer effect dan op de rieten poppen. Door de gracieuse bewegingen der rond wandelende levende beelden, werd iedereen gelegenheid gegeven een avond-, wandel-, of huistoilet naar waarde te schatten.
De tweede opwekking voor de reformkleeding was het Reformkleiderfest, dat op 16 Maart in het Künstlerhaus plaats vond en uitging van de Vereeniging Volkshygiëne, afdeeling verbetering der Vrouwenkleeding.
Het comité had iedereen vrijgelaten in reform- of gewoon avondtoilet te verschijnen, doch het eerste was gewenscht.
Er werden toen comediestukjes opgevoerd, door Frau Oberstleutnant Pochhammer vervaardigd voor dit feest. Het eerste ‘Selbst ist die Frau’ was een aardig blijspel, dat natuurlijk het gezonde van de reformkleeding betoogde, doch tevens deed opmerken, dat men den smaak er niet bij moest vergeten en wel degelijk behoorde te letten op goeden snit en mooie lijnen.
Het tweede stukje was een allegorie ‘Wer ist Königin’ en behandelde den strijd tusschen de godinnen der mode, der kunst en der hygiëne, die beslecht werd door de Vrouw, die de waarde der drie koninginnen op haren waren prijs wist te stellen, door hare samenwerking te vragen bij de moeilijke oplossing van het kleedingvraagstuk. Het was opmerkelijk, dat een groot deel der aanwezige