De Hollandsche Lelie. Jaargang 17
(1903-1904)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVaria.Over de reformkleeding.Met bijzondere belangstelling heb ik de laatste jaren in het door mij zoo gewaardeerde tijdschrift ‘Dies Blatt gehört der Hausfrau,’ alle opmerkingen gevolgd, die over de reformkleeding het licht zagen. Nu zal ik nog eens, ten nutte mijner medelezeressen, de ervaringen nederschrijven, die ik zelf met de reformkleeding opgedaan heb. - Toen de beweging voor de reformkleeding ontstond, werd zij voorgesteld als het ideaal der vrouwenkleeding, en ook ik was erg met die verbetering ingenomen. Daar ik een der eerste draagsters van de veelgeprezen reformjapon was, liet ik me kalm aangapen. Mij houdende, of ik het hoofdschudden en de ironische opmerkingen niet zag of hoorde, verheugde het mij, de goede zaak te helpen bevorderen, en door mijn voorbeeld nieuwe volgelingen te winnen; ik ging zelfs zoo ver, dat ik niet alleen geen corset, maar zelfs geen lijfje en geen borsthouder droeg. Omdat ik slank en lang was, ging dat ook, ik maakte in mijn reformjapon in 't geheel geen hobbezak-achtigen indruk, mijn houding bleef kaarsrecht, ook zonder den steun van 't corset. Een tijdlang had ik plezier van de nieuwe uitvinding, maar toen begon ik ook de nadeelen te voelen, en die brachten mij in tegenovergestelde richting. Ik begon de schouders naar boven te trekken, daar op den duur de geheele kleederlast daar te zwaar voor werd. In den zomer ging 't nog, die dunne katoenen kleeren hadden geen gewicht en trokken niet naar beneden; maar de zware winterkleeren met zwaren mantel daaroverheen, drukten op borst en longen. Om dezen druk wat te verminderen begon ik voorover te loopen, wat mij niet mooier maakte en volstrekt niet bevorderlijk voor mijn gezondheid was.Ga naar voetnoot*) Na twee jaar was mijn verrukking over de reformkleeding heelemaal over - ik nam mijn afgedankte kleeren weer terug, en voelde mij zeer behaaglijk in mijn corset, dat ik mij van toen af liet aanmeten, bij de alom bekende firma A.B. Meschke te Roszwein in Saksen. Of andere draagsters der reformkleeding ook niet dezelfde ondervinding opgedaan hebben? Dat moet wel zoo zijn, want ik heb opgemerkt, dat veel dames, die vroeger de reformkleeding droegen, ze even als ik, weer afgelegd hebben. Het verwondert mij echter, dat zoo weinigen hun ondervindingen bekend gemaakt hebben; juist uit den dameskring zou dat van zooveel nut zijn. Alleen uit de praktijk kan bewezen worden, en dan kunnen alleen zij meepraten die de kleeding geprobeerd hebben. Wat nu het corset betreft, daarop is dikwijls, zonder eenigen grond, gesmaald. Natuurlijk is 't vóór alles waar, dat het onzinnig vaste snoeren ongezond is, daartegen moesten in de eerste plaats alle verstandige vrouwen te velde trekken. Ook moest men meer met verstand te werk gaan bij het koopen van een corset. Men moet niet het eerste het beste corset naar een nommer koopen en dan om het lichaam heen wringen. Nog veel meer als bij japonnen en schoenen, waarvan men het toch heel natuurlijk vindt, dat die gepast worden, moet men het corset op maat laten maken. De corsetindustrie heeft in 't algemeen in den laatsten tijd een enorme vlucht genomen en in 't bijzonder is aan het corsettenatelier A.B. Meschke, Roszwein (Saksen) de opdracht gegeven, nieuwe vormen uit te vinden, bevorderlijk voor de gezondheid. Den voor mij liggenden catalogus met zijn rijken voorraad illustraties en de aangeving der maten kan ik mijn mede-lezeressen aanbevelen. Op recommandatie ben ik naar die firma gegaan en heb mij op dat atelier mijn corset laten maken, | |
[pagina 696]
| |
en ik ben zeer te vreden: ik zal nooit een ander meer dragen. Mijns inziens moet men alleen op maat gemaakte corsetten dragen, die zich naar 't lichaam voegen. Wie zich verder zonder corset wil behelpen, moge het vrij doen, maar gezette vrouwen zullen altijd éen steuntje, een houvast gebruiken of ze zullen ondervinden, dat zij op een dwaalspoor gebracht zijn.Ga naar voetnoot*)
FRIEDA NEUMANN.
(Dies Blatt gehört der Hausfrau.) |
|