Varia.
Honden=pretensie!
‘Met 20 tegen 19 stemmen heeft de Raad van Amsterdam verworpen een voorstel van B. en W. om f 6000 te besteden voor het opdichten van een gebouwtje met asphyxiatietoestel, tot het afmaken van opgevangen honden. 't Baatte niet of de burgemeester al in 't licht stelde, dat kenners en liefhebbers van honden zich al zoo lang geërgerd hadden aan het verdrinken der honden die af gemaakt moesten worden; de argumenten, tegen de voordracht aangevoerd, kwamen daaruit voort, dat er voor andere dingen, als klompen voor het arme schoolkind en verhooging der minimum werkliedenloonen, geen geld heette te zijn en daarom mocht men geen f 6000 voteeren alleen om, ter voldoening aan het in een of ander anemisch vrouwebreintje uitgebroed verlangen, de honden “aan een gemakkelijk sterfbed te helpen.”’
(Overgenomen uit ‘Gemengde Berichten’).
Welzeker. Ik geef den Edelachtbaren van Amsterdam gróót gelijk! Wat een pretensie, dat willekeuring-op-hun-bevelen-afgemaakte honden óók nog een ‘gemakkelijk sterf bed’ moeten hebben!
De ‘gemakkelijke’ sterfbedden komen immers van rechtswege alleen toe aan de grooten en rijken dezer aarde; aan hen die zichzelf verontreinigd hebben met uitspattingen en vieze ziekten, die hun lichaam daardoor te gronde richtten in hun jeugd, en het hebben vetgemest met te veel eten van te weelderige spijzen, en het hebben opgeblazen met te veel drinken van wijn en bier. Zij zijn het immers, die zich op later leeftijd ‘beteren’ en ‘bekeeren’, ‘als ze hun jeugd genoten hebben’, en dan, (om met Ibsen te spreken,) ‘steunpilaren der maatschappij’ worden: Edelachtbaren, Hoogmogenden, Hoogedelgestrengen, Excellenties, enz., enz. - Roep aan hun sterfbedden de bekwaamste medici, verzacht hun sterf bedden met de uitgezochtste kunstmiddelen, roep bij hun sterfbedden de zorgvuldigste verpleegsters, laat hun sterfbedden, in één woord, zoo ‘gemakkelijk’ mogelijk worden gemaakt....
En begraaf hen daarna met krokodillentranen en met christelijke toespraken van: ‘In zegening-blijvende nagedachtenis’, van ‘Onherstelbaar Verlies’, van ‘Onvergetelijke den lande bewezen diensten!’ - -
Maar een hond!... een ‘redeloos beest’! Welzeker, verdrinken wij hem meedoogenloos, als hij bij ongeluk loopt tusschen Edelachtbare of Hoogmogende, of Hoogedelgestrenge, of andere gewichtige beenen, of niet welriekend genoeg is voor aristocratische neuzen; martelen wij hem daarbij, kwellen wij hem, inplaats van zijn willekeurig-door-ons-geveld doodvonnis ten minste zoo gemakkelijk mogelijk te voltrekken. Daarvoor zijn wij immers menschen, ‘beschaafde’ menschen, ‘Christenen’, die er roem op dragen dat wij ons onderscheiden van het ‘redelooze dier’, omdat wij ‘geschapen zijn naar Gods beeld’ - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.