VII.
‘J.’
Algemeene indruk:
openhartig, doelbewust, egoïstisch karakter.
tevreden, opgeruimd. - eerlijk, openhartig. - zeer sterke wilskracht. - roekeloos, onverschillig. - niet spaarzaam. - trotsch. - egoïstisch (in vrij sterke mate). - met zichzelf ingenomen (in vrij sterke mate). - zelfbewust. - materialistisch. - treedt steeds bevelend op, streng, onverbiddelijk. - buigt zich voor niemand. - goedhartig. - geschikt tot onderwijzen. - zin voor geld. - flink, moedig.
HANDSCHRIFT-BEOORDEELAAR.
(Wordt vervolgd.)