II.
‘BRABANTIA.’
Algemeene indruk: despotisch, hartstochtelijk karakter.
diep zieleleven. - zinnelijk, hartstochtelijk. - opgeruimd. - ondernemend, moedig, flink, brutaal-vastberaden. - eerzuchtig. - lijdt aan melancholie. - terughoudend, gesloten, wantrouwend. - niet practisch, niet logisch. - zelfbewust. - trotsch, heeft eenige aanleg tot grootheidswaanzin. - sterke wilskracht. - moeilijk te buigen. - materialistisch. - spaarzaam. - geschikt tot onderwijzen. - roekeloos, is in staat zonder nadenken op iets in te gaan. - getallenzin sterk ontwikkeld. - despotisch. - heersehzuchtig. - wreed. - ontziet geen middelen, deinst nergens voor terug om haar wil te volvoeren; met andere woorden kan met genoegen iemand een duw geven, die zich vermeet, of genoegen er in heeft haar te willen beheerschen. - ontwerpzin. - zin voor geld. - goede smaak.