hetgeen bepaald een allergezelligst gezicht is. Zoo'n porch leidt tot keuvelen en heeft iets geheimzinnigs, doordat het er betrekkelijk donker is; een groot bezwaar er van is echter, dat het licht van de kamers wordt benomen.
Deze zijn over het algemeen niet zoo groot als in Holland: maar men heeft alleen de hoognoodige meubelen. De rockerchairs (schommelstoelen) zijn onmisbaar, men ziet ze overal en bij iedereen en zelfs kinderen hebben dikwijls kleine schommelstoeltjes. Lang niet iedereen woont echter in heele huizen, men heeft ook veel gebouwen, waarvan de verdiepingen (flats) verhuurd worden. Zoo'n gebouw heeft meestal vier, vijf of zes verdiepingen, er is meestal een lift aanwezig, welke noodzakelijk is daar de huizen zooveel hooger zijn dan bij ons: een verdieping is dikwijls weder verdeeld in front (vóór) en back (achter) flats, waarvan de laatsten natuurlijk iets goedkooper in huurprijs zijn.
Het wonen in Amerika is overigens erg duur. Voor een eenvoudig flat, bestaande uit huiskamer, eetkamer, keuken, twee slaapkamers en een badkamer betaalt men omstreeks 25 dollars per maand, dat is in Hollandsch geld f 750 per jaar. Daar echter hier alles veel duurder is en ook de loonen hooger zijn, kan men door een herleiding in Hollandsch geld geen goed denkbeeld krijgen van zulke prijzen. Dit verschil buiten rekening latende, zou men kunnen zeggen, dat alles hier anderhalf maal zoo duur is als in Holland. Onder de huur van bovongenoemd flat is gerekend 's winters verwarming en het heele jaar door warm water.
Deze twee laatste dingen zijn bijzonder geriefelijk. De verwarming mag vooral niet vergeten worden als in de huur begrepen te zijn, daar de kolen hier enorm duur zijn. Voor menschen, die eenvoudig leven moeten, en het liever zonder hulp doen, is het bewonen van een flat zeker zeer aan te raden: alleen heeft men dan geen yard, hetgeen zomers een groot gemis is.
Nu ik toch bezig ben met de huizen wil ik ook niet de zoogenaamde ‘skyscrapers’ vergeten. Dit zijn gebouwen, bestaande uit twaalf, vijftien, soms twintig verdiepingen; wanneer men voor het eerst zulke gebouwen ziet, (ik herinner mij, dat ik ze het eerst zag toen ik van Hoboken naar New-York met de boot ging) maken ze een grootschen indruk en onwillekeurig denkt men: wat moet daarin omgaan!
Eenigen tijd geleden zag ik zoo'n gebouw van binnen; een breede ingang leidt naar een hall, geheel van marmer met randen van met de hand ingelegde steentjes, hetgeen een mooi effect maakt. Ik stapte in een lift en had tegen den elavatorboy (liftjongen) niets anders te zeggen dan 7.21, hetgeen beteekent: zevende verdieping, nummer een en twintig. Op de 7e verdieping uitgestapt zijnde, kwam ik in een breede gang, waarop alle kantoren uitkomen. Elke verdieping van dat gebouw heeft dertig kantoren en daar er dertien verdiepingen zijn, zijn er dus drie honderd negentig kantoren! Het gebouw bestaat geheel uit ijzer met een laag beton, ook is alles brandvrij gemaakt. Ieder kantoor heeft onder den houten vloer een ijzeren vloer, zoodat, wanneer er brand mocht komen, deze zich altijd beperkt tot één kantoor. Daarenboven is er in elke gang een brandspuit aangebracht, die men zelf hanteeren kan, door hem van den standaard te nemen en de kraan open te zetten. Eigenaardig is, dat de bovenste verdieping het duurst is, omdat men er het meeste licht heeft.
De winkels zijn ontzettend diep en breed; onze grootste Hollandsche winkels beginnen een beetje op de kleinste hier te gelijken. De bediening is vlug, maar men wordt meer aan zichzelf overgelaten, de verkoopers prijzen hun waar niet zoo aan; men is daardoor vrijer in zijne handelingen en men ziet er niet tegen op uit den winkel te gaan, wanneer men niet vindt wat men zocht. De eetwaren, zooals vleesch, groenten, eieren, kaas, boter enz. worden keurig ingepakt; men kan zien, dat de dames alles zelf koopen. Het vleesch is niet zoo goed als in Holland, uitgezonderd het varkensvleesch, hetgeen hier beter is, daar de varkens beter gevoed worden. Chicago is het centrum van de varkensteelt. De groenten zijn schaarsch en duur; men eet hier erg veel corn, een goedkoope en voedzame groente, die in Holland niet bestaat, terwijl onze snijboonen en peulen hier onbekend zijn. Vruchten zijn hier heerlijk en niet duur; vooral in Californië worden prachtige vruchten geteeld.
Men kan merken, dat de Amerikanen veel van bloemen houden en ook over 't algemeen veel aan plantkunde doen. Zondags om vier of vijf uur, kan men de trams vol menschen zien, die een dag buiten hebben doorgebracht en dan naar huis gaan met groote bouquetten veldbloemen, die hier