| |
Handschriftbeoordeeling.
I.
‘Joop’ bezit een oprecht, doelbewust karakter. Opgeruimdheid en tevredenheid kenmerken haar. Geschiktheid tot onderwijzen bezit ze. Eenvoudig, huiselijk, zachtmoedig en medelijdend maken haar tot een echte huisvrouw. Zeer practisch in haar denken is zij evenwel niet. Haar handelingen zijn meestal 't gevolg van theoretische beschouwingen. Haar spaarzaamheid zullen haar 't stoffelijk bezit, waarvoor zij niet onverschillig is, doen behouden. Door haar goeden smaak, en schoonheidsgevoel zal zij haar omgeving gezellig inrichten. Gesloten van karakter en voorzichtig in 't nemen van besluiten is ze. Heel practisch is ze niet en voelt zich dikwijls niet op haar gemak in gezelschap. Zelfbewust gaat zij, met een zekere voornaamheid in voorkomen en manieren, en met de noodige wilskracht rustig en kalm haar weg. -
| |
II.
‘H.’ heeft een vroolijk, opgeruimd en eerzuchtig karakter. Genotzucht en vreugde bij stoffelijk bezit en geschiktheid tot onderwijzen heeft ze. Haar vrijgevigheid en haar dikwijls onpractisch handelen spelen haar parten. Heeft ze een onduldbaren geest tot tegenspraak, en is ze weleens heerschzuchtig, daarentegen is zij huiselijk, eenvoudig, trouw, zacht en medelijdend. Zij is dikwijls bedeesd in gezelschap. Meer levendigheid dan wilskracht heeft ze. Over 't algemeen schijnt zij behoefte te hebben te steunen op
| |
| |
een ander. Door haar geslotenheid van karakter zal zij haar leed, door haar gevoeligheid, stil in zichzelf omdragen. -
| |
III.
Stephanosis is een vrouw met hooge ontwikkeling en een diep zieleleven. Oprecht en openhartig, doch dikwijls melancholisch, gaat zij vol zelfbewustheid door het leven. Wilskracht, daadkracht, gepaard met hardnekkigheid en moed zullen haar het hoofd niet spoedig doen buigen. Geschiktheid tot onderwijzen heeft ze. Eenigszins egoïstisch, is ze. Schoonheidsgevoel en kunstzin gaan gepaard met een idealistischen zin, en rijke phantasie. De getallenzin is sterk ontwikkeld. Voorzichtigheid in 't nemen van besluiten kenmerkt haar. Door haar melancholie gevoelt zij zich dikwijls niet op haar gemak in gezelschap. Reinheid van zeden, uiterlijke en innerlijke degelijkheid, voornaamheid in voorkomen en manieren, doen haar in haar optreden een lady zijn. Ordelijk is ze, doch helaas is zij zeer met haar zelve ingenomen. Spaarzaam en geestig is zij. Trouw en aanhankelijk zal zij zich met liefde aan een wijden. -
| |
IV.
‘Leen’ bezit een rustig zieleleven. Ondanks dat hij weleens tegenspreekt, is hij gaarne, ter wille van den vrede, bereid tot toegeven. Door zijn zenuwachtigheid zal hij steeds spoedig handelen. Heeft meer levendigheid dan wilskracht, en is zeer vrijgevig. Dikwijls is hij scherp en streng, en egoïsme is bij hem niet vreemd. Lichamelijke zindelijkheid, reinheid van zeden, kenmerken hem. Eenigszins met zich zelf ingenomen is hij. Door de sterke werkzaamheid zijner hersenen, een gevolg van zijn drukken werkkring, is deze man ontzettend gejaagd en levendig. Talmen is bij hem onbekend, snel handelen en veel werken zijn de hoofdfactoren in zijn leven. -
| |
V.
‘Erica’ bezit een diep zieleleven. Zij heeft een oprecht doch gesloten karakter. Zij is diplomatisch en zal zoodoende steeds probeeren haar zin te krijgen. Geschiktheid tot onderwijzen heeft ze, en ook een zekere mate van humor. Vriendelijk en medelijdend, spaarzaam, huiselijk is zij; evenwel heel ordelijk is zij niet. Behalve onpractisch, doordat zij te veel theoretische beschouwingen maakt, en dikwijls verlegen in gezelschap, is zij nogal tamelijk coquet. Voor stoffelijk bezit is zij niet onverschillig. Neven nieuwsgierigheid, wat zij zelve eerlijk bekent, bezit zij een sterke neiging naar 't romantische en wonderbaarlijke. Evenwel haar wilskracht, haar zelfbewustheid, haar vastberadenheid en haar trots zullen haar behoeden voor overijlde besluiten. Zij lijkt een vrouw, die zelf haar weg gezocht en ook gevonden heeft. -
| |
VI.
Deze mannelijke persoon is dikwijls neerslachtig en melancholisch en heeft over 't algemeen een koele en nuchtere natuur. Wilskracht en daadkracht doen hem zijn eensgenomen besluit hardnekkig doorzetten en uitvoeren. Genotzucht en vreugde bij stoffelijk bezit heeft hij zeer zeker. Geschiktheid tot onderwijzen, goedheid en medelijden, huiselijkheid, ordelijkheid en spaarzaamheid sieren hem. Daarentegen is hij heerschzuchtig, trotsch en met zichzelf ingenomen. Voorzichtig in 't nemen van besluiten, dikwijls achterdochtig en wantrouwend is hij. Zinnelijke neiging bezit hij. De getallenzin is sterk bij hem ontwikkeld. Zelfbewust, met een zekere voornaamheid in voorkomen en manieren, en een streven naar het goede, gaat deze door het leven. -
| |
VII.
Deze vrouw heeft een hooge ontwikkeling. Bezit een díep zieleleven, en heeft een sterke zinnelijke neiging. Geschiktheid tot onderwijzen bezit ze. Zij heeft een kracht trotseerende gezondheid, is dikwijls vroolijk en eerzuchtig. Een onverzettelijke wilskracht, roekeloosheid, despotisme zullen haar niet spoedig het hoofd doen buigen. Genotzucht en vreugde bij stoffelijk bezit, heeft ze. Ondernemend, stoutmoedig en idealistisch is ze, zoodat zij minachting heeft voor de koude naakte werkelijkheid. De getallenzin is sterk bij haar ontwikkeld. Bij tijden lijdt zij aan melan- | |
| |
cholie. Is dikwijls niet op haar gemak in gezelschap. Groote goedheid en medevoelen voor het leed van anderen sieren haar. Daarentegen is zij wel wat erg met haar zelf ingenomen. Krachtig en zelfbewust, niet vreezende voor tegenspoeden, wacht zij, hoewel niet altijd even practisch in haar handelen, de toekomst af. -
| |
VIII.
‘Kees’ heeft een oprecht, gesloten, karakter. Geringe hevigheid van het zieleleven en van hartstochten kenmerken hem. Groote goedheid, zachtmoedigheid en hulpvaardigheid sieren hem. Heerschzuchtig is hij, en bezit tevens een sterke neiging voor buitensporigheden. Trouw, zelfbewust, eerlijk, en huiselijk is hij. Voorzichtigheid in 't nemen van besluiten kenmerkt hem. Met een normale ontwikkeling gaat deze zelfbewust, ofschoon een weinig ijdel, rustig zijn weg. -
HANDSCHRIFT-BEOORDEELAAR.
(Wordt vervolgd).
|
|