De Hollandsche Lelie. Jaargang 17(1903-1904)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Van de Stilte. Heeft nooit de stilte nog tot U gesproken, Zooals de Lente-fee tot 't bloemen-kind? Welks kleurloos kleed zich nog in knop bevindt, Maar eens verrijst als schoone bloem, - ontloken Tot geluk. - Klonk nooit haar stemme nog tot U Als wiek-geruisch van reine blanke englen, Gewiekt uit 't land van fantasie - die U In d' eenzaamheid het peinzend hoofd omstrenglen Met al wat wèl-luidt voor uw ziel? - Klonk niet Oneindig-zacht, héél vèr een droom-zoet lied Voor altijd U ontvloôn - - en tòch nabij? [pagina 262] [p. 262] Zóó sprak de wijde stilte vaak tot mij, Welsprekender dan 't woord, - het fijn-bedachte - Voor mijne ziel, die luistrend - weende of lachte. ANNIE NAUTA. Vorige Volgende