De Hollandsche Lelie. Jaargang 17
(1903-1904)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 256]
| |
logisch, practisch. eerlijk. zucht tot tegenspreken. geschiktheid tot onderwijzen. zinnelijke neiging (geringe mate). terughoudend, ingetogen, zakelijk. coquet. spaarzaam. wilskracht, energie. ordelijk. zelfbewust. huiselijk. | |
II. Mistletoe c.Algemeene indruk: oprecht, eenvoudig karakter.
dikwijls neerslachtig. huiselijk. logisch, practisch. brutaal. eenigzins geestig. spaarzaam. zindelijkheid in kleeding en netheid in manieren. onduldbare geest tot tegenspraak. terughoudend. naïef. slim. coquet. voorzichtig. wilskracht, energie. ordelijk. | |
IIIAlgemeene indruk: hartstochtelijk, gevoelvol karakter.
groote wilskracht, energie. brutaal. (in vrij sterke mate). onduldbare geest tot tegenspreken. zinnelijke neiging (vrij sterk ontwikkeld). kracht-trotseerende gezondheid. roekeloos, despotisch. genotzucht en vreugde bij stoffelijk bezit. (vrij sterk ontwikkeld). hoogdravend, ingebeeld. getallenzin sterk-ontwikkeld. melancholisch. spaarzaam. terughoudend. niet geven om uiterlijkheden. hoogmoedig, - trotsch. | |
IV.Algemeene indruk: opgewekt, eigenzinnig karakter.
coquet. ondernemend, logisch, practisch. eerzuchtig. vroolijk. egoistisch. huiselijk. reinheid van zeden. eigenzinnig, verwend. onduldbare geest tot tegenspraak. openhartig. slim. vastberaden, moedig. brutaal. (in vrij sterke mate). hoogmoedig. spaarzaam. met zichzelf ingenomen.
HANDSCHRIFT-BEOORDEELAAR.
(Wordt vervolgd). |
|