De Hollandsche Lelie. Jaargang 17

Berichten.

I.

Hendrik en vele andere abonnés deel ik mede, dat alle abonnés gelijkelijk recht hebben mede te dingen in de wedstrijden. (mannen en vrouwen).

De éénige uitdrukkelijke voorwaarde is: dat men persoonlijk abonné zij.

Zij, die in denzelfden jaargang reeds ééns bekroond werden, kunnen in datzelfde jaar niet ten tweeden male een prijs ontvangen. Dan vervalt de prijs aan de, (of den), daaropvolgende bekroonde.

De prijs bestaat uit een boekwerk, tot den prijs van f 4. -, onverschillig wèlk, dat men naar eigen keuze aan den uitgever heeft op te geven. -

[p. 210]

In elken wedstrijd worden twéé opstellen bekroond; waarvan de inzenders prijzen ontvangen van geheel gelijke geldswaarde.

II.

Men zal hebben opgemerkt, dat de ‘overgebleven correspondentie’ niet meer door mij wordt vermeld. De reden daarvan is tweeledig. Ten eerste achten zij die, bij toeval, bovenaan staan in de vermelding, zich stééds gerechtigd daaruit de conclusie te trekken, dat zij in de volgende week moeten beantwoord worden; niettegenstaande ik reeds meermalen uitvoerig uitlegde, hoe hierop nooit vóóruit valt te rekenen, tengevolge van redactie-aangelegenheden van allerlei aard; waardoor het dikwijls noodzakelijk wordt een ander te laten vóórgaan. Ten tweede zijn er hier en daar bescheiden menschen, die, ‘omdat er al zoovéél zijn die op antwoord wachten’, met hùn brieven of vragen niet durven voor den dag komen, uit vrees het mij ‘te lastig’ te zullen maken. - Met het oog op beide categorieën van correspondenten, zal ik 't voortaan niet meer openbaar maken, wèlke en hoevéél correspondentie nog is overgebleven.

ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.