Het hofken der geestelycker liedekens(1577)–Anoniem Hofken der geestelycker liedekens, Het– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Adam was een verloren man] Dit liedeken ghaet op die wijse vant Liedeken van Munster. Adam was een verloren man Groot seer heeft hij ons gegeuen aen Dat claeghe ick bouen maten Verloren heeft hij sijn edelheyt Daer hij in was gheschapen. Met Adams vleesch ben ick gequelt Alle mijn nature is my ontstelt Adam ghij doet my steruen, Ghy quelt mijnen geest al totter doot Mijn siel wilt ghij bederuen. Die werelt compt met grooten gedranck Mijn boose nature raet mij soo banck Die viant wacht opt ramen Oft hij die ure geraken conde Dat hij mij mochte beschamen. Keert weder keert weder o edel siel Ghij hebt verloren dat schoonste prieel Den hemel met allen sijn lusten Ghij en compter waerlijck nemmermeer Het sal v moeten costen. Het sal v costen vleesch ende bloet Al waer die werelt fijn van goude root Ghij soudtse moeten deruen Ende slaen den sondigen Adam doot [pagina lxxxv] [p. lxxxv] Oft ghij moet immers steruen. Daer voor is Christus leuen goet Het gheeft der sielen eenen goeden moet Hij es voor ons gestoruen Den eewighen doot maect hij te niet Die helle heeft hij bedoruen. Door Godts woort worden wij ghetroost Van allen onse vijanden sijn wij verlost Men vindet claer beschreuen Wie gans van herten in Godt gelooft Die heeft dat eewich leuen. Sijt ghij dan een Kersten man Soo nempt een Kersten leuen aen Weest vroom ende onuerslagen Sijn iock is soet, sijn laest is licht Hij wilt ons helpen draghen, Weest vrolijck in uwen wederspoet Daer toe doet allen uwen vyanden goet Doet vruchten in uwen dagen Ende staet uwen armen broeder by Soo sult ghij Godt behagen. Aldus heeft ons Christus voor gedaen Condt ghij die schriftuere wel verstaen In woorden ende ooc in leuen Soo siet Christus lustich exempel aen Het sal v wel bewegen. Gheeft God onsen Heere prijs ende danck Dat hij de waerheyt ons maeckt bekant Door sijnen gheest van bouen Verleent daer toe oock sijn kinders playsant [pagina lxxxvi] [p. lxxxvi] Dat sij hem eewich louen. Prince wilt God dienen soot behoort Ende blijft altijt bij Christus woort Ende wilt v daer toe keeren, Wat ghij uwen euennaesten doet Dat doet ghij onsen Heere. Vorige Volgende