De historia van den souen wysen meisteren
(ca. 1478)–Anoniem De historia van den souen wysen meisteren– AuteursrechtvrijDe historia van den souen wysen meisteren. Z.n. [Lucas Brandis], z.p. [Lübeck] 1478
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Staats- und Universitätsbibliothek Hamburg, signatuur: AC II, 25
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van De historia van den souen wysen meisteren uit 1478. Voor de transcriptie is gebruik gemaakt van een door Stichting Vrijwilligersnetwerk Nederlandse Taal o.l.v. Nicoline van der Sijs en Hans Beelen aangeleverd bestand. Gecoördineerd en uitgegeven door Rita Schlusemann.
redactionele ingrepen
Het begin van een hoofdstuk, in het origineel afwisselend met een met de hand geschreven rode en blauwe lombarde, beginnend met rood, gemarkeerd (3-4 regels hoog), wordt hier vet weergegeven. In het origineel staan er geen witregels tussen de alinea's. In deze editie is – omwille van de leesbaarheid − voor elke nieuwe alinea die in het origineel met een lombarde is gemarkeerd een witregel geplaatst. De paragraaftekens, in het origineel met de hand (in rood) geschreven, zijn als ¶ weergegeven. Vóór of ná getallen is in het origineel soms een punt geplaatst, deze wordt in de editie niet weergegeven. Soms staat er in het origineel een rechte streep tussen twee woorden als deze heel dicht bij elkaar staan. Deze streep wordt eveneens niet weergegeven. De folionummering is overgenomen uit de nummering die op elke rechter pagina van een blad met podlood is opgeschreven.
fol. 1r: henet → heuet: ‘heuet sik an een boek’.
fol. 1v: de de → de: ‘is de mynsche’.
fol. 2r: sceht → secht: ‘Seneca sceht. vnstedicheyt’.
fol. 5v: van van → van: ‘vraghede he van grunt’.
fol. 6r: dy ne → dyne: ‘dat yck dy ne hebbe gheseen’.
fol. 6r: knmpt → kumpt: ‘wo de keyserinne kumpt’.
fol. 6r: beeuelet → beuelet: ‘here beuelet ene my’.
fol. 10v: leucnlas → leuculas: ‘de andere meyster leuculas’.
fol. 16v: dochter dochter → dochter: ‘leue dochter’.
fol. 20v: olso → also: ‘also vor ghescheen is’.
fol. 21v: meystersede → meyster sede: ‘De meyster sede’.
fol. 26r: Sn → Sii: ‘Sij wyseed yd em’.
fol. 26r: konyuck → konynck: ‘Do se de konynck horde spreken’.
fol. 36v: Aallexander → Alexander: ‘de konnynck Alexander myt syner macht’.
fol. 37r: sghal → schal: ‘dat is de sele de sghal he to lerende geuen’.
fol. 44v: spirckt → sprickt: ‘van dusseme sprickt Zacharias’.
fol. 45r: badde → hadde: ‘De ryke broder hadde’.
fol. 46r: ghworpen → gheworpen: ‘van deme hoghen berge gheworpen’.
fol. 46r: vorgherichte → vor gherichte: ‘vor gherichte gebrocht’.
fol. 46v: dede de → de de: ‘de de gesette gemaket hefft’.
fol. 47r: dcoh → doch: ‘helpet doch my’.
fol. 49r: mytruwe → myt ruwe: ‘myt bycht vnde myt ruwe’.
fol. 51r: vude → vnde: ‘vnde leuen, vnde dode my nicht’.
fol. 52v: sprere → spere: ‘ene myt synen spere an’.
fol. 54r: Cristenbeyt → Cristenheyt: ‘de hillige Cristenheyt’.
fol. 54v: vordernen → vorderuen: ‘doch dat in syck vorderuen’.
fol. 55r: heer → eer: ‘so sleet de rydder eer’.
fol. 55v: gmaket → gemaket: ‘vnderdanich gemaket’.
fol. 56r: bewren → bewaren: ‘offte he dat ok mochte bewaren’.
fol. 57v: eetste → eerste: ‘De eerste ys to behuden’.
fol. 57v: ronwe → rouwe; schrnke → schenke: ‘sy rechte rouwe, vnde schenke’.
fol. 57v: gudeu → guden: ‘lere myt guden worden’.
fol. 58r: eeen → een; beeth → heeth: ‘een ridder de heeth Iulianus’.
fol. 58r: sprark → sprack: ‘vnde sprack tho em’.
fol. 58v: barnhertighe → barmhertighe: ‘de barmhertighe god’.
fol. 60r: eeen → een: ‘was een greue de heth’.
fol. 60v: keyserinue → keyserinne: ‘Do de keyserinne’.
fol. 61v: sulen → suluen: ‘so leeff also dy sulen’.
fol. 61v: uicht → nicht: ‘de sunde nicht meer to’.
fol. 61v: cristensegghen → cristen segghen: ‘vnde de prelaten der cristen segghen’.
fol. 62v: Ihesns → Ihesus: ‘is Ihesus Cristus’.
fol. 64v: is is → is: ‘dat nicht hijr to blyuen is’.
fol. 65r: klolck → klock: ‘de was wijs vnde klock’.
fol. 66r: eu → en: ‘dar vmme en kan ik de ghesette’.
fol. 66v: Cristenbeyt → Cristenheyt: ‘vijrdage van der Cristenheyt’.
fol. 69r: vn → vnde: ‘vor em vnde vragede’.
fol. 69v: de de → de: ‘to deme lesten in de ewige verdomnisse’.
fol. 69v: eddder → edder: ‘vorwerpen en mach edder ik’.
fol. 70r: vn → vnde: ‘gaet hen vnde do id nicht meer’.
fol. 70r: aiso → also: ‘also dat he verteerde’.
fol. 70r: weree → were: ‘he en were denne vthsettich’.
fol. 70v: sternen → steruen: ‘yk moet steruen’.
fol. 70v: speeke → spreke; de de → de: ‘dat he dar vmme spreke welkeer de recht hadde’.
fol. 71v: miniche → minsche: ‘dat is een iewelk minsche’.
fol. 71v: deme deme → deme: ‘also deme anderen’.
fol. 73v: Ohere → O here: ‘O here wo sin wy hijr’.
fol. 73v: rereede → reede: ‘ghelouede he eer echts de reede’.
fol. 74v: edelme → edelre: ‘myt veel edelme gesteente’.
fol. 76r: vordriueu → vordriuen: ‘lust myt ruwen vordriuen’.
fol. 76r: in het origineel is een deel van de pagina weggevallen. De ontbrekende tekst is hier tussen vierkante haken aangevuld.
De blanco pagina's (voorplat, binnenkant voorplat, 76v, binnenkant achterplat, achterplat) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.