Verklaaring van de zeevende plaat.
't Geregt verkoos dan een Misdaadiger, die 't Leeven
Verbeurd had; Men belooft hem vry ontslag te geeven,
Als hy die Lamp haald uit dit Hol; Hy dagt, dat 's ligt
En treed op de eerste Trap, maar schrikt op dat Gesigt.
DEeze vreemde Zaak dan aan 't Geregt bekend gemaakt zynde, komt men zulks bezigtigen en het zoo bevindende, overweegd men, wat men in dit Geval zou doen. Men had een Misdaadiger, die Eerstdaags zyn Leeven door Beuls Handen verliezen moest en men besloot hem zyn Vryheid te geeven, als hy die Lamp uit deeze Onderaardsche Wooning haalde. De Misdaadiger nam dit gewillig aan; Men bragt hem derwaards en hy wilde stoutmoedig binnen treeden. Maar koomende met beide Voeten op de eerste Trap, verschrikt hy eeven als de anderen, ziende dat Bonte-Muts niet alleen opzag, maar nog een graad verder gaat en de Knuppel met zyn Hand begind op te ligten. De ontsteltenis doed hem stil staan, durvende niet verder treeden. Het welk weederom in deeze Plaat onder 't Oog gebragt word.