Verklaaring van de zesde plaat.
Hier blykt de Werking van de drie gemelde Trappen;
Want hy, die met zyn Voet op de eerste komt te stappen,
Verschrikt geweldig, ziende dat de Man Ontwaakt:
Zoo dat men 't vreemd Geval den Regters kenbaar maakt.
OP dit gemelde Gezigt wilde een der Erfgenaamen binnen treeden, om te zien wat 'er van was en welk een Man daar zat te Slaapen. Maar was men over 't eerste Gezigt verwonderd geweest, deeze verwondering veranderde hier in schrik en verbaastheid; Want naauwlyks had hy zyn Voet op de eerste Trap gezet, of de Slaapende Man Ontwaakte en zag na de Deur; Dit tweede Gezigt deed den intreeder wel haast agter uit wyken, waar op de Man zig herstelde in de sluimerende Gedaante, gelyk hy in de voorige Plaat gezien word: Dewyl hy telkens opzag zoo dra de eerste Trap geraakt wierd; Wist men niet wat men doen zou, wyl het niemand waagen durfde, verder te gaan, derhalven besloot men deeze zaak aan 't Geregt kenbaar te maaken. Deeze Plaat Vertoond ons de Man opziende door het treeden op de eerste Trap.