10. In september 1949 verschijnt van (nu) Gerard Kornelis van het Reve de novelle Werther Nieland in de door G.A. van Oorschot uitgegeven reeks ‘De vrije bladen’, onder dezelfde redactie als Libertinage: H.A. Gomperts, W.F. van Leeuwen en A. Morriën.
11. November 1949 verschijnt, ook bij Van Oorschot, Hermans' roman De tranen der acacia's. Het boek is door een reeks uitgevers geweigerd. Van dit moment af zijn Hermans en Reve beiden verbonden aan Van Oorschot, maar zij publiceren niet in het door hem uitgegeven Libertinage.
12. Vanaf maart 1950 maakt Hermans deel uit van de Podium-redactie. Zonder redactionele opheldering blijkt hij in het oktober-november-decembernummer weer uit de redactie verdwenen. Hij blijft nog vele jaren meewerken.
13. Nadat in Podium, maart - april 1951, de mededeling is opgenomen dat Reve voortaan nog uitsluitend in het Engels zal schrijven, verschijnt in het nummer van mei - juni het eerste deel van de Engelstalige novelle Melancholia (nooit vertaald, nooit in boekvorm verschenen; een gedicht van Hermans onder dezelfde titel staat in Criterium, 1945-46, p. 411). In dit verhaal reageert een jongen zijn angsten af door masturbatie. Een voor deze novelle aan Reve toegekende reisbeurs wordt door kvp-staatssecretaris Cals ingetrokken, omdat er tegen ‘inhoud en strekking terecht bezwaren kunnen worden ingebracht’.
Hetzelfde nummer bevat ook een fragment uit de roman Ik heb altijd gelijk van Hermans, waarin de hoofdpersoon zich over de Nederlandse katholieken uitspreekt in termen die enig rumoer veroorzaken. De gevolgen zijn tweeledig:
a. Podium wordt voorlopig uitgesloten van de door de literaire bladen aangevraagde subsidie;
b. Tegen Hermans wordt een vervolging ingesteld wegens belediging van het rooms-katholieke volksdeel.
Hermans en Reve staan nu duidelijk in één front.
14. Hermans, in november 1950 afgestudeerd, aanvaardt in 1952 een baan aan de ru te Groningen. Reve verblijft in de jaren vijftig lange perioden in Engeland.
15. In opdracht van Uitgeverij Contact, die een fotoboek van schrijvers in voorbereiding heeft, begeeft de Amsterdamse fotograaf Cas Oorthuys (1908-1975) zich op of omstreeks zaterdag 31 juli 1954 naar het huis van Gerard en Hanny van het Reve-Michaelis aan de later afgebroken Galerij. Ook Hermans is daar.
De exacte datum staat niet vast, maar op een foto ziet men achter Hermans een affiche voor de Snip & Snaprevue in Theater Carré: ‘Vrijdag 30 juli première.’
De Galerij was gebouwd in een u-vorm met de opening naar het Frederiksplein. Voor deze opening stond voorheen het Paleis voor Volksvlijt, maar dat was in 1929 afgebrand. In de Galerij heerste een uitgesproken fin-de-sièclesfeer, zoals uit een andere foto blijkt. Het was een prachtig stukje Amsterdam dat nooit had mogen verdwijnen. Hanny Michaelis over haar vroegere woning:
Hermans en Van het Reve op en in de Galerij in Amsterdam
Volgens Theodor Holman (in: Ons Amsterdam, 45ste jrg. nr. 10) woonde G.K. van het Reve van 1949 tot 1957 met zijn vrouw Hanny Michaelis op Galerij 14 boven in Amsterdam.
Foto's: Cas Oorthuys; Nederlands Fotoarchief
‘Daar hebben we heel lang gewoond, 9½ jaar. Het is er niet meer. Daar staat nu de Nederlandse Bank. Ik heb nooit foto's van de buitenkant gehad, wel een paar kiekjes waar we op het dak zijn. Gerard heeft mij ook op het dak opgenomen. Maar een mooi overzicht van die Galerij, die een bezienswaardigheid was, heb ik niet. Het was een huis met een enorme sfeer, groot, we hadden twee zol-