Hemelschen Parnassus-bergh, met verscheyde sang-dichten betuynt
(1676)–Anoniem Hemelschen Parnassus-bergh, met verscheyde sang-dichten betuynt– Auteursrechtvrij
[pagina 137]
| |
Om eens met u te leven
In soete vreden
Vry van onrustigheden,
Als wy jeugdig,
En heel vreugdig
Tot u glorie sullen treden.
Uw Schapen komt gy voeden,
O Herder van ons al,
Die metter spoeden
Quamt ons voor den wolf behoeden,
En in den wey stelt van uw' Uytverkoren,
Dat niemandt ga verloren.
Gy komt ons leyden
Door dees woeste dorre heyden;
| |
[pagina 138]
| |
En uw Schapen
Doet ontslapen
In des Hemels groene weyden.
Lof zy u Godt den Vader,
Die ons u Rijck belooft,
En nu te gader
Zijn u door Jesum nader;
Van wie den pandt der glorie is gegeven,
En 't lot van 't eeuwig leven,
Daer wy na haecken,
En spijs der Eng'len hier smaecken.
Goeden Herder
Leydt ons verder,
Om tot 's Hemels Hof te raecken.
|
|