Hemelschen Parnassus-bergh, met verscheyde sang-dichten betuynt
(1676)–Anoniem Hemelschen Parnassus-bergh, met verscheyde sang-dichten betuynt– Auteursrechtvrij
[pagina 76]
| |
Waerd' van alle Mensch' gepresen,
Uwen lof ick roemen sal.
Dat een vder u mag kennen,
En aenbidden dijnen Naem;
Om tot uwen dienst te wennen,
Buygen wy ons hert te saem.
Godt den Vader, Godt den Soon,
En Godt Heylig Geest te gader,
Geen van Dry bestaet ons nader,
Onverdeelt in uwen Throon.
Wilt doch onse Ziel bestralen
Met het schijnsel van u licht,
Dat uw Zegen neer mag dalen
Op ons hert, en ons gesicht.
| |
[pagina 77]
| |
Ons Dry krachten, Godt de Heer,
Het Verstand, Will, en Memorie,
Sullen kennen uwe Glorie,
En u singen lof en eer.
Maeckt hier van dry suyver maten,
En uw Wijsheyt daer in stort,
Als reyn zout in silv're vaten,
Dat u toegeheyligt word.
|
|