Hemelschen Parnassus-bergh, met verscheyde sang-dichten betuynt
(1676)–Anoniem Hemelschen Parnassus-bergh, met verscheyde sang-dichten betuynt– Auteursrechtvrij
[pagina 39]
| |
Komt hier by de beesten slapen,
Arm, en naeckt berooft van al.
Zijt gy niet den selfden Heere,
Vol van glorie, vol van eere,
Onder wien buygt alle macht?
Die AEgypten hebt geslagen,
En doen beven door uw plagen
Met ontsachelijcke kracht.
Het was uwen arm rechtveerdig,
Die Sennacherib hooveerdig
Met sijn Heyr-kracht sloeg ter aerd.
Hoe sien wy u nu verachten,
Sonder staet, en sonder krachten,
Die een schrick der werelt waert?
| |
[pagina 40]
| |
't Sijn de wercken van uw handen,
Son, en Sterren die daer branden
Boven in het Firmament.
Al den rijckdom vander Aerde
Heeft alleen van u sijn waerde:
En gy ligt hier onbekent.
Maer dit zijn der liefde vonden,
Die u Jesu heeft gesonden
Tot een Hemels minne-spel.
Nedrigheyt wilt gy ons leeren,
En ons herten tot u keeren,
Liefste Kind Emmanuël.
|
|