Helikon. Jaargang 3(1933)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 108] [p. 108] Een doode Zijn traag en uitgebluscht bestaan Kroop tusschen de stalen banden Van dagelijkschheid, een lach, een traan - Toch bleef het vuur hem branden. En, dood, wordt hij niet méér gemist, Even betreurd door wie van hem weten. Zijn werk doet een ander en uitgewischt Wordt zijn schaduw, vergeten. Waarom had hij die vele dagen, Gedrukt door altijd eendere maat, Dat teeken in het oog gedragen Waarmee de eenzaamheid haar prooi verraadt? 1932 C. Eggink Vorige Volgende