Helikon. Jaargang 3(1933)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 107] [p. 107] Het verhaal van den zwemmer Hij geeft toe aan den harden greep van het water En lacht van geluk en denkt aan geen later. De golven strijken zijn huid in gloed Met de kracht van een vuur, dat zijn krachten voedt. Steeds schuift voor hem heen, regelmatig en warm, Het bruin over groen van zijn wiekenden arm. Hij ziet niet meer om naar het geel van het strand, De grijsblauwe einder wenkt en brandt. En langzaam en zeker, haast ongeweten, Raakt het wit van den brandingsrand vergeten. En hij voelt nu, dat hij blijven zal, Omgeven, gevat in lichtgroen kristal. Een golf slaat in druppels over zijn hoofd, Die heeft hem het wonder weer ontroofd. Hij denkt aan een nacht onder druipende boomen En is naar de kust teruggekomen. 1932 C. Eggink Vorige Volgende