Helikon. Jaargang 3

[p. 40]

Reisplannen

Nog nooit werd er een kind geboren,
dat zó omgeven werd
van zorgen in den herd,
die slechts den vader zouden horen.

Maar als gij moeder zijt,
mag ik als vader dan fungeren?
Laat ons dan samen gaan dineren
temidden jazz-laweit!

Den boom kent men aan zijne vruchten,
den ooievaar aan 't wicht
dat nu te kraaien ligt
temidden trein- en tramgeruchten.

Geef mij een beker wijn;
want weet wel, Floriberta Boelen:
ik wil mijn koortsgen toorn bekoelen
voor onzen boemeltrein.

We zullen gaan naar Blankenbergen;
en gij meugt met ons mee,
want gij houdt van de zee
en kunt zo goed zeehonden tergen.

Maak, dat ik niets vergeet.
Hoort gij nog geen sirenen fluiten?
Smoort gij een pijp: ik zal mijn kuiten
tonen als een proleet.

Paul Vlemminx