Helikon. Jaargang 2(1932)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 153] [p. 153] De boemelaar Zoo was mijn leven tot nu toe... Misschien wilt ge wel weten hoe ik leed door oogen bruin of blauw? Want geen van allen bleef me trouw. Ik deed aan liefde-experimenten, ten koste van mijn goede centen: want speelde ik op 't roelet der min, dan liep ik er geregeld in. Ik ging waar de violen kreunen, of dreunt het janken van de jazz, waar poeierbleeke meisjes leunen en champie morsen op mijn das. Het klatergoud van de bordeelen, de valsche glimlach der makreelen, de geur van 't uitgestalde vleesch, obscene liedjes, zat en heesch, en drinken, zoenen, castagnetten, de zure walm van cigaretten, de bleeke dageraad na 't feest, dat alles is mijn deel geweest. ‘Ik weet niet waar ik sterven zal’. Maar eenmaal komt toch 't laatste bal, de laatste whisky ‘black and white’, dan ben ik al mijn duiten kwijt. [pagina 154] [p. 154] Maar voor 't ultieme sluitingsuur, voor ik mijn laatste taxi huur, kom ik nog eenmaal in uw oogen zoeken naar 't laatste mededoogen. Trap mij dan buiten, liefste kind, daar ik toch nergens rust nog vind, 'kMaak dan voor u, op het trottoir, ‘une pirouette... et puis bonsoir’. Louis van loo Vorige Volgende