Helikon. Jaargang 2(1932)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 139] [p. 139] Rhenen Biddend geheven kinderhanden. Geschulpte vleugelen van engelen. Kerkklokken beginnen te bengelen en zingen ver over de landen en de kleine huizen achter het vizier van slagschaduw en verweerde wallen. En schepen in 't kwikzilver gevallen van zon op 't blinkend dek van de rivier. Hier woont God's glimlach, die vertrouwd heenglijdt en keert en koestert deze oud' en stille zelfvervreemde dingen. De tijd is zeer verschrikt voorbij gesneld. Want toefde hij, dan ving met zacht geweld een orgel aan een oude psalm te zingen. Jan H. de Groot Vorige Volgende