Helikon. Jaargang 2

[p. 87]

Gemengd bericht

Hij was reeds dood, toen ze hem vonden,
Met in zijn hand het ijzerheet stuk staal;
Bloed stroomde uit twee kleine wonden:
Eén schot was mis, het andere fataal.

Geldzorgen kwelden hem, en rustloos op zijn sponde
Zich wentelend, groeide dit beeld: banaal,
Maar hem verlossing brengend van de honden,
Die om hun geld dreigden, al van een oud kwartaal.

Hij had een vrouw, een jongen en een meisje;
De levensverzekering werd uitbetaald.
Zij ging inwonen bij haar ouders, en het meisje
Zocht een betrekking en werd slecht betaald.
De jongen moest nog twee jaar school afloopen;
Voor hem moest ze nog brood en kleeren koopen.

M.B. Frenkel