Helikon. Jaargang 2(1932)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] De dichter andante sostenuto Rozen hangen te welken over de rand van een vaas en in mijn open hand ligt een gevallen blad, wiegelend op de wind. Ik ben geboren in een stilleven van bloem en gebaar, noodeloos als een droom, als een lach in de nacht, als het rijm van een vers dat begint. En onder mijn pen verloven de lijnen hun stadig gelid van mededeelzame teekenen, weven de sylben hun web van echo tot echo, en spiegelen speelsch, een spinsel van inkt, op het wit van mijn schrift een gedicht. Emile van der Borch Vorige Volgende