Helikon. Jaargang 1(1931)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 138] [p. 138] Hollandsche zondag De Zondag is een oud, fatsoenlijk feest, men komt in kerken of in kroegen samen, loopt een eind om of weegt achter de ramen de week die komt, die week die is geweest, de dag is lang, niemand heeft zich te haasten, zoodat men 's morgens de ochtendbladen spelt en 's middags een précair tekort herstelt met thee of borrels bij zijn evennaasten, de kellners tellen voor vandaag niet mee, zij doen - met nog wat and'ren - daagsche plichten, en brengen uwe ooms en mijne nichten de koele borrels en de heete thee. Maar verder is de dag perfect geregeld: lunchrooms en dancings, bars en bioscopen stellen zich vroeg, om onzentwille, open - alsook de kegelbanen voor wie kegelt; er is veel meer, bemerk het goed gemak der groene parken: banken onder boomen, en daar niet alles van een kant kan komen heeft ieder burger een goed, zondagsch, pak. Alleen - de warme vreugde is er niet, de vreugde, die dit feest ferm weet te vieren de vreugde, die het stadsbeeld op kan sieren, de onversneden vreugde is er niet, Holland, komt ooit uw Zondag nog in orde? - wekelijks viert uw volk dit triest refrein, hoe liet ge een dag, die zoo subliem kon zijn, zóó dof en liederlijk vervelend worden! Han G. Hoekstra Vorige Volgende