Helikon. Jaargang 1(1931)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 131] [p. 131] Herfst Dit is de witte tijd, waar roode herinnering het leven weergeeft in vernieuwde sporen. Een bittere geur blijft tot een laatst behooren van lust die aan zijn hoogste top verging. Een roode klaproos en een sneeuwsering, Zij waren uit een bruidsboeket verloren, vertrapt, verplet en tot een dood verkoren, die sinds de bruiloft, 't eigen hart ontving. De kachel loeit en staat zeer fel te blozen. Een schreeuw klonk van een mensch die sterven ging. Hij brandt zijn longen leeg, tuberculose. Ziel tusschen leven - dood, een nutloos ding. Mimosa geurt en wilde purperrozen ontblaren in een milde huivering. Jan H. de Groot Vorige Volgende