Helikon. Jaargang 1(1931)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 92] [p. 92] Waar zijt Ge, God? Waar zijt Ge, God? Ik kan Uw stem niet horen; men preekt en spreekt van Uw bestaan zo luid dat in 't rumoer de fluistring gaat verloren waarmee G' ons mooglik Uw genade ontsluit. Waar zijt Ge, God? Ik heb U niet gevonden... Heb ik Uw hand niet hunkerend gezocht? Ge weet het, àls Ge zijt, hoe ik mijn zonden gierig gebiecht heb, hoe ik vocht en faalde en vocht... Wanneer Ge zijt, waarom slaat Gij de wanden die tusse' ons staan niet stralend uit elkander en stort Uw zonnen in mijn kil gewelf en laat mij brande', een vuurvonk in Uw vlammen? Gij zijt niet, God: Ik bèn - maar 'k ben gevange' in de blinde ommuring van mijn kleine zelf... Garmt Stuiveling Vorige Volgende