Helikon. Jaargang 1

[p. 83]

De voorkeur

Tusschen hemel en aarde heb ik gekozen.
Ik ben voor deze aarde, voor de appels, de rozen,
Ik ben voor de tafel, het glas en het bed; -
Tegen de catechisatie en tegen de wet.

Het leven blijft een boeiende vertooning,

De spelers doen hun best, het lijkt wel écht;

Ze spreken met een mooi accent van recht

Of plicht en hunkren naar beloning.

Ik ben niet karig met applaus: bravo!

Nu nog een scène waarin ons een held

De ware waarheid duidelijk vertelt...

En u, mijn buurman, neemt u dat maar zoo?

Tusschen god en de menschen heb ik gekozen.
Ik kies de slampampers, poëeten, matrozen,
Ik voel voor den schuimer en voor den falsaris; -
Wég met de dominé en de notaris.

Het is een fraai gezicht ze te zien knoeien

Voor macht en goud: ze schoppen, bijten, slaan.

Als kamponghonden huilend naar de maan,

Hoor ik bankiers van krolschheid loeien.

En toch ben ik niet anders dan mijn broeders.

'k Neem ook mijn deel van lust en 't aardsche goed;

Ik heb getrapt, geknepen tot op 't bloed,

Ik ben als 't moet een loeder onder loeders.

Tusschen het leven en de dood heb ik gekozen.
Ik ben voor het leven, voor vechten en blozen,
Voor dansen en dichten, voor een traan en voor de lach; -
Tegen de castrati en het gezag!

J. Greshoff