Helikon. Jaargang 1(1931)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 60] [p. 60] December 't Is avond, 'k moet den laten morgen halen, bij 't werken slapend, 't rusten slapeloos, - uren die tergend hun minuten malen - en moedig is eenieder niet altoos. Ik loop maar liever in het donker buiten, onder mijn arm mijn wintertrieste ziel, in mijn eentje wat liederen te fluiten, een brandende blaar op iederen hiel. Om de duizend en zooveel trage stappen staat een lantaren in een rok van licht, was er de maan, ik zou er graag in happen, ik ben klein en de hemel zit potdicht. Het begint zacht en suikerfijn te sneeuwen - 't is December, - ik vind 't heel aangenaam, sneeuw verfrischt de dorre tong bij het geeuwen, en straks schrijf ik op het trottoir mijn naam, Een machtige schuilnaam, zeg: Alexander! wellicht veegt hij die na mij komt hem uit; één ding maakt ons gelijken van elkander, het eind, het varken met de lange snuit. Willem ten Berge Vorige Volgende