Helikon. Jaargang 1

[p. 54]

Napoleon

Het Graf in de Geraniumvallei

Men draagt den keizer op een dag in Mei
Naar 't graf in de Geraniumvallei.
Daar ligt hij stil, vergeten van de garde.
De wilgen die zich naar hem overbuigen
Kunnen van deze stilte wel getuigen...
Ginds staat een engelsche soldaat op wacht.

Maar somtijds in een zwaar-bewolkte nacht
Bewegen legervaandels, half aan flarden,
Van hooge stokken waaiend door de lucht,
Waarbovenop een adlaar spreidt zijn vlucht.

Het is de Armee met honderden tamboeren
Die allen tegelijk hun trommels roeren:
Dooden uit twintig jaren, tot miljoenen
Tezaamgegroeid, geweld van legioenen;
Kromsabels, beremutsen, mamelukken,
En 't rollen van de wielen van de stukken...

En in den roffel van den trommelstok
Klinken de namen: Lannes, Ney, Duroc,

Murat...

Muiron...

gefusiljeerd...

gesneuveld...

Stil ligt het eiland, rotsig en geheuveld,
Na zulk een wonderlijk-doorstormden nacht.
Wel zijn er wilgen die naar 't graf zich buigen
Maar deze zullen daarvan nooit getuigen. -
Ginds staat een engelsche soldaat op wacht.

J.J. van Geuns