De heilige boeken van het oude verbond. Deel 7. De kleine profeten. De boeken der Machabeeën
(1933)–Anoniem De heilige boeken van het oude verbond– Auteursrecht onbekendCaput III.
|
1. Et factum est verbum Domini ad Jonam secundo, dicens: | 1. En het woord des Heeren is geschied tot Jonas ten tweeden maleGa naar voetnoot1), zeggende: |
2. Surge, et vade in Niniven civitatem magnam: et praedica in ea praedicationem, quam ego loquor ad te. | 2. Maak u op en ga naar Ninive, de groote stad, en predik aldaar de prediking, die Ik tot u spreek. |
3. Et surrexit Jonas, et abiit in Niniven juxta verbum Domini: et | 3. En Jonas stond op en ging naar Ninive volgens het woord des Hee- |
[pagina 110]
Ninive erat civitas magna itinere trium dierum. | ren; en Ninive was een groote stad van drie dagreizenGa naar voetnoot2). |
4. Et coepit Jonas introire in civitatem itinere diei unius: et clamavit, et dixit: Adhuc quadraginta dies, et Ninive subvertetur. | 4. En Jonas ving aan de stad binnen te gaan, ééne dagreizeGa naar voetnoot3); en hij riep en zeide: Nog veertig dagen en Ninive zal verwoest worden! |
5. Et crediderunt viri Ninivitae in Deum: et praedicaverunt jejunium, et vestiti sunt saccis a majore usque ad minorem. Matth. XII 41; Luc. XI 32. | 5. En de lieden van Ninive geloofden in God; en zij kondigden een vasten af en kleedden zich in boetezakken van den grootste tot den kleinsteGa naar voetnoot4). |
6. Et pervenit verbum ad regem Ninive: et surrexit de solio suo, et abjecit vestimentum suum a se, et indutus est sacco, et sedit in cinere. | 6. En het woord drong door tot den koning van Ninive; en hij stond op van zijnen troon en legde zijn gewaad af en hulde zich in een boetezak en zat neder in de aschGa naar voetnoot5). |
7. Et clamavit, et dixit in Ninive ex ore regis et principum ejus, dicens: Homines, et jumenta, et boves et pecora non gustent quidquam: nec pascantur, et aquam non bibant. | 7. En hij liet uitroepen en zeggen in Ninive, uit naam des konings en zijner rijksgrooten, aldus: De menschen en het vee en de runderen en het klein vee zullen geen voedsel nemen en niet te weide gaan en geen water drinken. |
8. Et operiantur saccis homines, et jumenta, et clament ad Dominum in fortitudine, et convertatur vir a via sua mala, et ab iniquitate, quae est in manibus eorum. | 8. En in boetezakken zullen zij zich hullen, menschen en veeGa naar voetnoot6), en met aandrang zullen zij roepen tot den Heer; en een ieder bekeere zich van zijnen boozen weg en van het onrecht, dat in hunne handen isGa naar voetnoot7). |
9. Quis scit si convertatur, et ignoscat Deus: et revertatur a furore | 9. Wie weet, of God niet verandere en vergeving schenke; en of |
[pagina 111]
irae suae, et non peribimus? Joël II 14. | Hij niet terugkeere van zijn grimmigen toorn, zoodat wij niet zullen omkomen? |
10. Et vidit Deus opera eorum, quia conversi sunt de via sua mala: et misertus est Deus super malitiam, quam locutus fuerat ut faceret eis, et non fecit. | 10. En God zag hunne werken, dat zij zich bekeerden van hunnen boozen weg; en God kreeg mededoogen ten opzichte van het onheil, dat Hij gezegd had hun te zullen doen, en Hij deed het niet. |
- voetnoot1)
- Misschien begaf zich Jonas na zijne redding aanstonds naar den tempel van Jerusalem om zijne geloften (II 10) te gaan volbrengen. Dáár zal hem dan de barmhartige God ten tweeden male zijn bevel hebben gegeven.
- voetnoot2)
- Onder den naam van Ninive, de groote stad genoemd (I 2; III 2, 3), worden, behalve het eigenlijke Ninive, waarschijnlijk nog drie aangrenzende steden begrepen: Rechoboth Ir, Chale en Resen, welke vier steden te zamen ook Gen. X 11 in het Hebr. ‘de groote stad’ heeten. De omtrek dier stedengroep bedroeg, volgens de opmeting der assyriologen, negentien geographische mijlen, dat ongeveer gelijk is aan drie dagreizen.
- voetnoot3)
- Niet regelrecht de stad van het eene naar het andere einde doorloopende, maar langs pleinen en straten gedurende één dag rondgaande.
- voetnoot4)
- De God, door Jonas gepredikt, was ook onder de heidenen om zijne groote wonderdaden bekend. Daarom geloofden de Ninivieten, die, volgens hunne spijkerschriftoorkonden, voor hunne goden en voor die van andere volken eerbied hadden, te eerder in dien God, d.i. in de bedreiging door Gods profeet gedaan.
- voetnoot5)
- Zijn gewaad: volgens den grondtekst, zijn koninklijken mantel. In de asch zitten is bij oostersche volken een blijk van diepen rouw.
- voetnoot6)
- Om de onderdanen tot boete op te wekken, liet de koning ook de dieren aan den rouw deelnemen; dit geschiedde volgens de oostersche zeden, welke ook later nog in zwang waren; zoo bericht Herodotus (IX 24), dat de Perzen na den dood van den veldheer Mardonius de paarden van hunne manen beroofden.
- voetnoot7)
- Door den boozen weg schijnen vooral de zonden van ontucht bedoeld (vgl. Gen. VI 12); daarbij deden zij teruggave van het onrechtvaardig goed, dat zij bezaten.