Het harders-stafje
(1717)–Anoniem Het harders-stafje– AuteursrechtvrijStem: ô Dag, ô lang gewenste Dag.
Damon.
FLorida indien ’t wesen mag,
Ik kom, en doe myn droef-geklag,
Dan myn verdrietig minnen,
Ik heb u riene fiere maagt,
Vry meer als eens gevraagt,
Maar noit niet kunne winnen.
Florida.
Wat komt van klagen, als verdriet,
Uw klaagen Damon helpt hier niet,
Nog al u lustig queelen,
Ik ben niet die ik eertyds was,
Toen ik in ’t groene gras,
| |
[pagina 63]
| |
Ging onbekommert speelen.
Damon.
Florida wat is dit nu gezeyd,
Is my zo’n zwaare druk bereid,
Die my nu zal gebeuren,
Ag! ag! toen ik laast Tiris zag
En hy omtrent u lag;
Mogt ik met reden treuren.
Florida.
Ia Tiris vriend dat is de man,
Die my alleen verheuge kan,
Hy is myn eygen leven,
Ik heb hem laast myn regterhand,
As tot een onderpand,
Met vrinden raad gegeven.
Damon.
Ach! ach! wat voor een zwaare druk:
Ach! ach! wat voor een ongeluk,
Komt op my nederstorten,
Ach! dat maar eens de snelle dood,
Uyt deesen mynen nood:
Myn leeven wou verkorten.
Florida.
Gy Damon weest zo treurig niet,
Dat u gebeurt, is meer geschiet:
Uw druk zal haast versoeten,
Zo gy maar eens een fiere maagd,
Die uwe ziel behaagt,
Uyt liefde gaat begroete:
Damon.
Maar of ‘er dan een ander kwam,
Die ryk of was van hoogen stam,
Zoud gy die wel ontfangen.
| |
[pagina 64]
| |
Florida.
Neen, neen ik heb myn harten wens,
My zal geen aardse mens,
Na meerder doen verlangen.
Neen neen dat was voor my geen eer
Een bruid en is geen vryster meer,
Zy mag geen minnaar spreeke,
Als eens het ja-woord is gezeid.
Dan is de knoop geleid
Die nooit weer is te breeken.
Mijn liefde is al te vast geset,
Zy treed tot aan het Egte-bed,
Myn ooge en zal niet zweeven,
Myn oog en zal niet elders gaan,
Nog ik en zal voortaan:
Geen linkerts hooren spreeken,
Damon.
Zyn wy dan linkerts zoete maagd,
Ons praat heeft u wel eer behaagd:
Maar toe zo trots gesprooken,
Een woord nog, eer ik myn hart sluyt.
Florida.
Neen, neen, ik ben de Bruid,
Ons praat dient afgebrooken.
|
|