Het harders-stafje
(1717)–Anoniem Het harders-stafje– Auteursrechtvrij
[pagina 36]
| |
Stem: O Kers-nagt.ALs Phebus met zyn goude stralen,
Ons uyt het oog, gaat neder-dalen,
In Thetys kristallyne schoot:
Dan ryst de Zon van uwe lusjes,
Verseld met lokjes, lagjes, kusjes,
En ’t zoet-genote-verlank vergroot.
U Lust begint op ’t hoogst’ te steig’ren;
Wie zal u ’t soet-genot dog weigeren,
Ga heen, na ’t zagte bruylofst-bed’;
En blust u lust, met zoet gewemel:
Die Vreugd’, op d’Aarde, schynt een hemel:
Ga heen, vol-doet Naturaas-wet.
Aan de Speel-noots
Hier ziet gy, twee vereende Zielen,
Voor Liefdens Altaar neder-knielen,
En offeren vonkjes van de Minn’,
Speel-nootjes wild, een Kransje, vlegten,
Om, op de bruydt, haer hoofd, te hegten,
Tot teiken van een goed gewin.
Wild morgen, Speelnoots, ’t bruydtje vraegen
Hoe zy haar heeft, te nagt, gedragen,
Ik wed’, zy zeggen zal, heel bly;
Kiest, naar u zin, een brave Minnaar,
En maakt hem lukkig over-winnaar,
Want ’t een-zaam zyn niet lykt hier by.
Aan Ganymeed’.
Daald, uyt uw’ Hemel, Ganymedes,
En schenkt, den beker, voldes Vredes,
Aan deese twee, die met d’Huw’lixband,
Door Liefde zyn, te zaam, gestrengeld,
Want Liefde Vreed’, en Vreugde gemengeld,
Haar beider Ziel, om Ziel verpand.
|
|