Het harders-stafje(1717)–Anoniem Het harders-stafje– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Kusje aan Roozemond. Stem: Verlaat gy my &c. VOrst Paris was noyt zoo verblyd, doe hy Het puyk van alle vrouwen, in volle rust en Veyligheyd, mogt ik zijn vadershof beschouwen, Als ik wanneer ik laast, ô schoone rosenmond my In uw by zijn vond. Doe ik het levendig koraal, van uwe schoone Lippen drukte, en van uw kaaken, duysend-mael [pagina 16] [p. 16] De fris ontlooke roosjes plukte: ag! heeft dan het Geluk mijn zinnen oyt, gevlyd met zoo veel soetigheyd. Mijn hert verrukt, door dat genot, ja als in Blijdschap uytgelaten, en wenschte niet voor zulk Een lot te ruylen, al des werelds staaten want Al wat Rijkdom, Staat en groote luyster baard was my niet zoo veel waard. TEGEN-ZANG MAar als my uwe mont verlaat, en ik van uw Ben af-gescheyden, dan denk ik in die droeve staat, ô! al te kort, den uur verblyden, dat myne vryheydt rooft, en voor een kleyne lust, my duyzend-maal ontrust. Als een bedroefde, die zyn hert voeld, door een zoete droom verkwikken en zig bevrijd ziet van zijn smert, maar na een weynig oogen-blikken, als hem de slaap verlaat, ziet van zyn ramp verzeld zoo is mijn hert gesteld. Ik zugt vergeefs, en vul de lugt met duyzend vrugte-loose klagten, dat zoet vermaek is weg gevlugt, en laat niet na als de gedagten, des is de wel-lust, daer ik zoo vol drift na hoop, voor my te duur een koop. SLOT-ZANG Des zal ik schoone Rosemond, my van u mond en Oogen scheyden, om aan mijn heete minne wond, voortaen geen fellen smerte leyden, tot dat myn hert wanneer ’t zyn voedsel gants ontbeerd, geheel tot As verteerd. Vorige Volgende