Hoofdstuk XXIII.
A. Kleeding.
De soldij-genietende militairen worden van rijkswege gekleed. Aan hen, die den wensch te kennen geven, uitsluitend nieuwe kleeding en uitrusting te ontvangen, kan zulks worden toegestaan; zij zijn dan evenwel verplicht tot storting van een bedrag, gelijkstaande met het verschil van geldswaarde van deze goederen en de gebruikte, welke zij anders ontvangen zouden hebben.
De van rijkswege gekleede militairen mogen eigen ondergoed en schoeisel dragen, mits zij in het bezit zijn van de voorgeschreven aantallen, de goederen door den compagnies- (eskadrons- of batterij-) commandant geschikt zijn bevonden en door de zorg en voor rekening van den eigenaar worden onderhouden en gereinigd. Eigen ondergoed en schoeisel behoeven niet te voldoen aan een bepaald model; beide moeten degelijk zijn; de schoenen bovendien van zwart leder, met een schacht van tenminste 7 cm. hoogte boven het contrefort, en van zoodanigen vorm en confectie, dat zij als uitstekende marcheerschoenen kunnen worden aangemerkt.
De militairen zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van de aan hen verstrekte kleeding- en uitrustingstukken en verrichten de daaraan voorkomende herstellingen, waarvoor geen bijzondere vaardigheid wordt vereischt, zelf.
Gebreken aan kleeding en schoeisel worden zoodra doenlijk hersteld. Indien de gebruikers verzuimen, van ontstane gebreken kennis te geven, geschieden de herstellingen, welke het gevolg van deze nalatigheid zijn, voor hun rekening.
Ten behoeve van iederen ongehuwden militair beneden den rang van sergeant kunnen wekelijks in de wasch worden gegeven: een hemd, een onderbroek, drie paar sokken, vier handdoeken, een werkbroek, een werkkiel en zoo noodig een borstrok.
De compagnies- (eskadrons- of batterij-) commandant kan vrijstelling van het in de wasch geven verleenen aan hen, die het verzoek bij hem indienen, zelf voor het wasschen te zorgen.
Alle voorwerpen van kleeding en uitrusting, welke den man in gebruik zijn gegeven, worden voorzien van de vastgestelde merken en nummers; de lakensche kleedingstukken en de lijf- en werkgoederen worden gemerkt met lintjes, waarop de merken en num-