Colloquium Neerlandicum 9 (1985)

Verslag van het negende colloquium van docenten in de neerlandistiek aan buitenlandse universiteiten

[p. 329]

Toespraak van de scheidende voorzitter
prof. dr. J.G. Wilmots

Dames en Heren,

U hebt in de loop van deze vergadering een nieuw bestuur gekozen; of misschien zeg ik beter: u hebt de voorstellen aangenomen die het oude bestuur u in dat verband gedaan heeft, want zó blijkt het in de praktijk te gaan.

Om u bekende redenen was het dagelijks bestuur tot nog toe altijd samengesteld uit leden die op z'n minst geografisch makkelijk bereikbaar waren. Ook nu komt daar geen verandering in: de nieuwe voorzitter werkt in Frankrijk, de nieuwe ondervoorzitter in Engeland. Daarmee is de zetel van de IVN, die nu eenmaal in de ‘binnenlanden’ gevestigd is, al aardig omringd. En hoewel bij het uitkijken naar een ander nieuw lid van het dagelijks bestuur niet principieel vooropstond dat het iemand uit het nabijgelegen Duitse taalgebied moest zijn, vind ik die keuze persoonlijk mooi meegenomen, op die manier is de cirkel rond Nederland en Vlaanderen vrijwel gesloten.

Zelf draag ik het voorzitterschap niet over omdat ik het beu zou zijn, maar omdat het geen post is waar men zich aan vastklampt. Ik ben in het bestuur gesleept nadat er in 1976 een noodsituatie was ontstaan en drie jaar geleden heb ik me, zoals onze administrateur Marja Kristel het eens heeft genoemd, als vrijwilliger laten aanwijzen. Ik heb in drie verschillende functies drie bestuursperiodes meegemaakt en vond dat het beleid van de IVN nu

[p. 330]

maar eens opnieuw in handen van docenten extra muros gegeven moest worden.

Ik heb nooit zelf het beleid bepaald. Ik heb er alleen mede voor gezorgd dat het bestuur een beleid zou voeren, zowat in de stijl van alle voorzitters die ergens achter staan.

Ik weet niet of het u is opgevallen, maar alle drie de nieuwe leden in het dagelijks bestuur hebben een baard. Het zijn IJslandvaarders die het schip ook in moeilijke omstandigheden kunnen besturen. Ik wens hun goede vaart.

De leden van het dagelijks bestuur die blijven, kennen het schip al en zullen de nieuwe matrozen zonder twijfel goed inwijden. Ik dank ze allemaal van harte voor de vele vormen van samenwerking: onze penningmeester Femke Goossens, onze secretaris Dick Boukema, met wie ik wel eens een meningsverschil gehad heb en die het zelfs dáár niet helemaal eens mee zal zijn, maar die altijd weer tot overleg bereid was en ongelooflijk veel werk verzet heeft; Frida Balk dank ik voor haar wijsheid en mijn opvolger André van Seggelen voor zijn vriendschap en zijn begrip als ik hem in de vergadering moest afhameren.

Tot zover enkele woorden over het bestuur. Onze administrateur Marja Kristel hoort daar strikt genomen niet bij. Toch zeg ik hier in het publiek dat ik veel waardering heb voor haar werkkracht en haar vrolijke lach.

Dames en heren. U nodig ik tot slot allemaal uit een kijkje te komen nemen in Hasselt als we daar een zomercursus Nederlandse Taal en Cultuur houden. Want daar hoop ik wel nog een tijd aan mee te doen.

André ik ben klaar. Ik wens je veel succes als voorzitter van de IVN.