3 jaar voorbereidend wetenschappelijk onderwijs in de
Sekundarstufe II; niet alleen praktisch taalonderwijs en Landeskunde, maar ook
taalen letterkundig onderwijs). Deze ontwikkeling en tevens de eisen van
bestaande en op handen zijnde wettelijke bepalingen, die elk studievak in de BRD
verplichten, om ‘Studiengänge’ en ‘Studienordnungen’ te ontwerpen en aan de
aangewezen Westduitse instanties voor te leggen, maken het wenselijk, dat de
samenwerking van de docenten in de Nederlandistiek niet bij de ontwikkeling van
taalkursussen stil blijft staan.
Met grote instemming werd vervolgens het voorstel van dhr. Arendt en De Vin (Berlijn) aangenomen, om
de volgende jaarlijkse conferentie aan het einde van het wintersemester 1973/74
in Berlijn te organiseren.
Deze conferentie zal voor de eerste keer na 1966 als ‘conferentie van docenten in
de Nederlandistiek aan universiteiten in het Duitse taalgebied’ plaatsvinden
(dus alle docentengroepen en niet alleen uit de BRD) met de concrete
doelstelling, de mogelijkheid van regelingen voor het vak Nederlandse Filologie
in het Duitse taalgebied aan de orde te stellen en de problemen van het
academisch onderwijs in de verschillende vakgebieden - dus niet alleen van de
‘Spracherwerb’ - in dit verband te behandelen.
(Voor het geval, dat dhr. Arendt en De Vin na hun terugkeer zouden vaststellen,
dat de organisatie van deze conferentie te Berlijn technische moeilijkheden zou
opleveren, werd als uitwijkplaats Dusseldorp afgesproken. Inmiddels is echter
gebleken, dat de conferentie inderdaad in Berlijn gerealiseerd kan worden).
Over het thema ‘Landeskunde’, dat reeds op de ochtendzitting ‘Leer- en
hulpmiddelen’ o.l.v. dhr. Wilmots (Hasselt) centraal
had gestaan, werd ook nu nog uitvoerig van gedachten gewisseld. Er bleek
inderdaad een grote behoefte te bestaan aan een publicatie (in de vorm van een
ringband ?), waarin dat gedeelte van de ‘Landeskunde’ dat historisch vast en
niet onmiddellijk aan de actualiteit gebonden is, op een aantrekkelijke en voor
gebruik extra muros geschikte manier gepresenteerd zou worden. Een resolutie in
die zin, geformuleerd door dhr. Wilmots, werd dan ook aangenomen.
I.v.m. de vacantiecursussen vond een door de voorzitter geopperd idee, om zo
mogelijk ook collega's docenten, werkzaam in het buitenland, eventueel volgens
een beurtensysteem, bij deze cursussen te betrekken, een positieve weerklank.
Een dergelijke medewerking zou voor