practische
taalbeheersing (d.w.z. 1-2 uur fonetische oefeningen, 2 uur vertalingen, het
lezen van kranten etc. en 1-2 uur conversatieles etc.)
2 uur literaire
lezing plus 1 uur literair seminarium,
2 uur taalkundige lezing plus 1 uur
taalkundig seminarium.
Gedurende het eerste studiejaar wordt er geen lezing over literatuur, maar over
geschiedenis en realia gehouden. Tijdens het derde studiejaar is de taalkundige
lezing gewijd aan oudere perioden - historische grammatica.
Aangezien men het Nederlands op het ogenblik uitsluitend met het Duits als
hoofdvak combineert, gaat men er van uit dat b.v. het gotisch in het kader van
het hoofdvak bestudeerd wordt.
Tijdens het academische jaar 1969/70 studeren 13 studenten in het 2e jaar, allen
met het Duits als hoofdvak.
Verder nog drie studenten in het 4e jaar (hoofdvak Engels of Duits).
Aangezien men het Nederlands niet als hoofdvak kan studeren en de studenten dus
geen ‘diplomawerk’ (zie boven) behoeven te schrijven, worden er geen Diploma's
Nederlands behaald. Het absolveren van de vierjarige cyklus Nederlands met de
daarmee verbonden examens is echter de voorwaarde voor het behalen van de gradus
‘gepromoveerd filoloog’ of het latere doctoraat.
Het doctoraat kan alleen behaald worden door postgraduanten en dat op grond van
een dissertatie (die echter niet in druk behoeft te
verschijnen) en na het afleggen van drie z.g.n. rigoreuze examens.
Tot het jaar 1964 was het aantal Nederlandse werken in de faculteitsbibliotheek
zeer gering. Dank zij de subsidies van het Ndl. Ministerie van O. en W. en het
grote aantal boekenverzendingen van universiteiten uit België en het Belgische
Ministerie van Cultuur, groeit de bibliotheek gestadig.
Helaas beschikt onze afdeling niet over bandopnamen. Weliswaar nemen de docenten
zelf wel vaak verschillende Nederlandse lezingen en oefeningen op de band op,
maar een systematische kursus op de band is - evenals een audiovisuele kursus -
niet aanwezig.
Dit jaar zal het reizen naar het buitenland voor de studenten in verband met de
politieke ontwikkeling wel zeer bemoeilijkt worden, daarvoor namen vele
studenten echter deel aan jeugdkampen en werkbrigades in Nederland. Elk jaar
worden twee postgraduanten uitgenodigd voor de Zomercursus te Nijmegen, vele
afgestudeerden hebben hier al een dankbaar gebruik van gemaakt.
Olga Krijtová.