De Haagsche diligens. Zynde bevragt met de liederen die thans gezongen worden
(1829)–Anoniem De Haagsche diligens. Zynde bevragt met de liederen die thans gezongen worden.– AuteursrechtvrijOp een fraaije wys.Zoo wil'k my dan weer figuleeren,
Om aardig u hier te Amuseeren,
Door 't zingen van een vrolyk lied,
Van 't geen thans overal geschied,
Ja Heeren, Dames, oude Vrouwen,
Ook Naaisters, Meiden, wilt vertrouwen,
| |
[pagina 12]
| |
Lakys, Koetsiers en Postiljons;
En ook van 't schoone Amoes vons,
Beschouwd men de Mannen en de Vrouwen,
Men kan ze niet te veel vertrouwen.
2. Laat ons dan niet langer prakticeeren;
Om elk naar smaak regt te waardeeren,
Men ziet de Wereld thans verkeerd,
De deugd en waarheid wordt verleerd,
Want als men eenmaal gaat beschouwen,
Manier en stand van oude Vrouwen,
Door krullen, Linten, Dotjes maar,
Bedekken zy hun oud grys Haar,
De Oude Wyven wilt my geloven,
Gaan zoms in zwier de Jonkheid te boven.
3. Ook Heertjes die zoo overal dwalen,
Met stokjes, Rokje groot gaan pralen,
Vergist uw niet, gelooft maar myn,
De fyne kleeren zyn maar schyn,
Ach! Lieve Meisjes wilt maar sparen,
Voor Heertjes die zig zoms verklaren,
Volgt my en ziet nooit op hun pak,
Want schraal en proper is hun zak,
Het geld zal hun niet veel bezwaren,
Zy kunnen geen Centjes overgaren.
4. Ja, Vrouwen die zoms zelfs niet weten;
Dat zy hun Echtenstaat vergeten,
By Tantes loopen zonder fout,
Daar men zooveel van grappen houd;
Zeer lastig is 't voor hart en ooren,
Hoe ongelukkig en hoe naar;
Is zulk een vlak voor 't Huwelyk maar,
Men kan slechts op een Vrouw vertrouwen,
Zy gaan zoms rare kunsten brouwen.
5. Lakys, Koetsiers die goddeloos leven,
En steeds op voordeel willen streven,
Die volgen hier nu myne leer.
Nooit denken dat zy zelfs zyn Heer;
Dan veele zyn die praktiseeren,
| |
[pagina 13]
| |
Van ieders iets te profiteeren,
Gy brengt uw hierdoor in 't verdriet,
Gelooft gy blyft knecht; en anders niet,
Want wil de knecht voor Meester speelen,
Zyn heerschzucht zou elk ras verveelen.
6. Dat Mannen ook hun pligt niet weten.
Zoms Vrouw en KIn'dren zelfs vergeten,
Door zwieren; krollen hier en daar,
Brengen zy zich zelfs in 't gevaar,
Getrouwde Mannen! wilt uw sparen,
Voor drank en zwier uw maar bewaren,
Volgt my, en hoort naar myne reen;
U toevlucht blyft de Vrouw alleen,
Want gaat men by de Nacht uit krollen,
Gewis de boel die raakt aan 't hollen,
7. Dienstmeiden, Naaisters wilt my hooren,
Laat nooit u Heerschap uw bekoren,
Gelooft my zulks is niet van duur,
't Vermaak is kort, geen avontuur,
Ook Keukenmeiden, Kammenieren,
Bedlend uw nooit van die plyzieren,
Dienst alle braaf, ja, met fatzoen,
Bewaard uw voor een heete zoen,
Want wilt toch in uw jonge jaren,
Uw eerbaarheid voor smet bewaren.
8. Gy jonge Heeren en Jufvrouwen!
Wilt op myn les toch maar vertrouwen,
Neemt voor de Stoomboot uw in acht,
Vriend Amor! krygt door hitte kracht,
Kunt gy de Stoomdamp niet verdragen,
Beklaag ik uw op uw oude dagen,
't Is waar de Stoom geeft veel vermaak,
't Is voor de vroege jeugd geen zaak,
Wil men met alle schepen varen,
De Stuurlui zullen het dan wel klaren.
9. Aan 't Gaslicht wil ik niet mankeeren,
't Geen wy van England moeten leeren,
Hoe lieflyk schoon is doch die fonds,
Ha! ik vergeet aan Posteljons,
| |
[pagina 14]
| |
Die Heertjes willen figuleeren,
En 't Schuiteveer weg praktiseeren,
Want alles is; 't zy treur of bly;
Maar schyn, bedrog; gelooft my vry,
Is men gesteld op vreemde zaken,
Men kan zich thans daar mee vermaken.
|
|