Het Haagsche Bosch, waarin te vinden zyn de allernieuwste liederen, die hedendaags gezongen worden
(1818)–Anoniem Haagsche Bosch, waarin te vinden zyn de allernieuwste liederen, die hedendaags gezongen worden, Het– AuteursrechtvrijOp een aangenaame Wys.1.
De langen dag is weer voorby,
En komt men in het verdriet,
Ik werk ik zwoeg zoo veel ik kan,
Maar ik blyf steeds een behoeftig Man,
Myn vlyt dat baat my niet.
2.
Wy zyn gezond, gy mind u Vrouw,
En zy bemind u weer,
Wy voelen nog geen bange nood,
God schenkt ons nog ons dagelyks brood,
Myn Vriend wat wenscht gy meer.
3.
Ik wenschte een weinig overvloed,
Voor u myn dierbaare Vrouw,
Ik wenschte dat myn vlyt eens won,
Waar mede ik u beloonen kon,
Uw weergalooze trouw.
4.
Geen overvloed betoond de trouw,
Geen Goud geen Konings Kroon!
Myn Hert dat u zoo teer bemind,
En by u wederliefde vind,
Wenscht liefde alleen tot loon.
| |
[pagina 12]
| |
5.
Maar ach! dat gy in nooddruft leeft,
Drukt my geheel ter neer,
Dat gy nog leeft zoo wel gemoed,
Zelfs slaven, zweeten, zwoegen moet,
Kweld my nog eindeloos meer.
6.
Ik werk met lust God kent myn hart,
Gelukkig aan u zy,
Deel ik met u in zuur en zoet,
Uw Liefde is meer dan honing goed,
Uw hart behoord aan my.
7.
Maar ach! als my de dood eens wenkt,
Wie helpt my uit de nood,
Als 't Kind dat gy onder u harte draagt,
En schryd om brood dat uw Moeder vraagt,
Wie geeft het Kindje dan brood.
8.
God die voor het Mosje en Wormpje zorgt,
Geeft ook de Menschen brood,
Hy zy myn troost als ik u miss',
Daar hy gewis de Vader is,
Hy geeft de Weezen brood.
9.
ô Dierbare Vrouw hoe groot zyt gy,
Uw liefde is rein en goed,
Ja ik ben trots op zulk een Vrouw,
En zalig door uw liefde en trouw,
Werk ik met nieuwe moed.
|
|