De Haarlemsche spoorwagen(na 1863)–Anoniem Haarlemsche spoorwagen, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Geen moeder meer Ik ben een weeskind op deez' aarde, Mijn harte kent geen moedermin, Wat anderen ooit die liefde baarde, Sloop nooit mijn ziel nog streelend in, Men schonk mij pracht en gouden loover, Men biedt mij bloem en paarlenkroon, Maar ach! steeds onder dat getoover, Ruischt aan mijn zij een droeve toon: O kind, mijn kind, droom aan 't verleden, Gij hebt, helaas! geen moeder meer! [pagina 29] [p. 29] God liet mijn vader nog in 't leven, Tot troost van 't lijdend kinderhart, Hij heeft mij ook een vriend gegeven, Die balsem heeft voor veler smart, En toch is vaak het hoofd gebogen, En vouw ik stil de handen saam, En murmel met een traan in d'oogen: Den lieven zoeten moedernaam, O kind, mijn kind, denk aan 't verleden, Gij hebt helaas! geen moeder meer! Maar keer ik droevig naar den grave, Waar zacht mijn arme moeder rust, Dan komt de geest der lieve brave, Die van mijn wang de tranen kust, Dan hoor ik zacht haar stemme kweelen! Kom sluier aan mijn zijde kind! Ik zal u aan mijn boezem streelen, Daar waar men nooit het scheiden vindt; Dáár kind, dáár is geen zielenlijden, En daar vindt ge ook uw moeder weer. Vorige Volgende