De Nieuwe Haagsche Nachtegaal
(1659)–Anoniem Haagsche Nachtegaal, De Nieuwe– Auteursrechtvrij
[pagina 62]
| |
Toon: Esprits qui souspirez, &c.
Geest.
Houw Veerman van de Hel! ay wild my overzetten
In Plutoos Heerschappy, by 't onderaarts gespuys,
Ik bid u wild mijn reys en iever niet beletten:
Want langer uytstel strekt my tot een lastig kruys.
Charon.
Wie komt dus onbeschroomt mijn grijze hairen quellen?
Zeg my wie dat ge zijt eer ik u wil ontfaan:
Want niemant voer ik in het Coningrijk der Hellen,
Voor dat ik weet wie hem de dood heeft aangedaan.
| |
[pagina 63]
| |
Geest.
Een al te wreede zaak, nu ik 't u moet verklaren,
't Was liefde die my dreef in prikkels van de doodt.
Ik ben de Geest van d'allertrouste der minnaren.
Dies Charon neem my mee in uwe leere boot.
Caron.
Sta af, wie dat gy zijt, gy zult geen troost verwerven:
Want onbeweegelijk blijv' ik in mijn besluyt.
Al die van vryerij of reyne liefde sterven,
Drijft Plutoos streng gebodt al voort ter hellen uyt.
Geest.
Sa dan, al is 't u leet, ik zal my derwaard spoejen,
En maaken van mijn lijf een bootjen, t' uwer spijt,
Mijn zuchjens zullen zijn de riempjens om te roejen,
Mijn traanen storten wel een beek in korten tijdt.
|
|