De Gulden Passer. Jaargang 83
(2005)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 223]
| |
Dirk Imhof
| |
[pagina 224]
| |
Brief van Franciscus i Raphelengius aan Abraham Ortelius, 6 december 1592.
| |
[pagina 225]
| |
zoon van Christoffel Plantijn. Daarenboven bezat het Museum al drie brieven die Ortelius zelf in de jaren 1593-95 richtte aan Franciscus i Raphelengius.Ga naar voetnoot2 De nieuw aangekochte brieven sluiten hier mooi bij aan. Verder kon het museum in 2004 enkele nog ontbrekende drukken van Christoffel Plantijn en Jan Moretus verwerven. De eerste Latijnse bijbel die Plantijn drukte dateert van 1559, vier jaar na zijn start als drukker-uitgever. Die editie gaf hij uit in samenwerking met een andere Antwerpenaar, Joannes Steelsius, waarbij een deel van de oplage het impressum van Plantijn op de titelpagina kreeg en een deel dat van Steelsius. Tot nog toe waren alleen exemplaren gekend met het impressum van Steelsius (pp 679 b), maar nu kon ook een exemplaar worden gekocht met het impressum van Plantijn zelf (pp 679 a).Ga naar voetnoot3 In 1560 en 1565 drukte Plantijn een editie van de namen van personen, plaatsen, rivieren en gebergten die in de Bijbel voorkomen, de Hebraea, Chaldaea, Graeca et Latina nomina virorum, mulierum, populorum... quae in Bibliis sparsa leguntur. Nadien voegde hij deze lijst namen als een appendix aan zijn bijbeluitgaven toe. Van de editie van 1565 in sedecimo zijn twee varianten bekend: om een onbekende reden werd het drukkersmerk op de titelpagina tijdens het drukken verwisseld met een ander type (pp 1750 en 1751). Met het nieuw aangekochte exemplaar heeft het museum nu beide varianten.Ga naar voetnoot4 Voor een uitgave van de werken van de Romeinse dichter Horatius deed Plantijn aanvankelijk een beroep op de veelzijdige filoloog Theodorus Pulmannus. Vanaf 1567 drukte hij echter ook edities van Horatius die verzorgd waren door de Brugse humanist Jacobus Cruquius (hoewel hij later teruggreep naar de Pulmannus-uitgave). Na Cruquius' editie van Horatius' Carmina (Oden) in 1567 en de Satiren in 1573 bezorgde hij in 1578 een uitgave van de verzamelde werken van Horatius (pp 1348). Bij een deel van de oplage wijzigde Plantijn later het jaartal tot 1579 (pp 1385). Een dergelijk exemplaar was reeds in het bezit van het museum; nu is echter ook een exemplaar met het oorspronkelijke jaar 1578 op de titelpagina voorhanden.Ga naar voetnoot5 Ook van Jan i Moretus werden enkele nieuwe exemplaren aangeschaft. De belangrijkste aankoop is een convoluut met verschillende onderdelen van de populaire spraakkunst van Simon Verepaeus, de rector van de kapittelschool te 's-Hertogenbosch.Ga naar voetnoot6 Verepaeus' Latijnse grammatica, sinds 1570 door het Concilie van Mechelen als Latijnse spraakkunst aanbevolen, was reeds enkele malen door Plantijn uitgegeven vanaf 1578.Ga naar voetnoot7 Hij bestond uit vijf onderdelen: Rudimenta, Etymologia, Syntaxis, Prosodia en het Supplementum. Tot in 1609 legde Jan Moretus het werk herhaaldelijk opnieuw ter perse: in totaal verschenen bij hem 25 edities van één of meer delen.Ga naar voetnoot8 Ondanks het feit dat de grammatica telkens op 1.500 exemplaren gedrukt werd, is het werk vandaag bijzonder zeldzaam; sommige edities zijn alleen gekend door vermeldingen in het Plantijns archief. Het exemplaar dat nu gekocht werd bevat | |
[pagina 226]
| |
de delen Rudimenta, Syntaxis en de Etymologia uit 1595 en het deel Prosodia uit 1592. Het Supplementum, waar minder vraag naar was en dat door Jan Moretus slechts eenmaal, in 1590, werd gedrukt, is in dit convoluut afkomstig van de eerste Plantijnse editie uit 1578. Ten slotte bevat het boek ook nog Verepaeus' traktaat over het schrijven van Latijnse brieven, De epistolis Latine conscribendis libri v, gedrukt door Jan Moretus in 1596. Nadat Jan Moretus aan het begin van het jaar 1601 drie Centuriae brieven van Justus Lipsius in kwarto had uitgegeven (alleen de derde was nieuw; de eerste twee waren herdrukken), bezorgde hij die brieven in de zomermaanden van datzelfde jaar ook nog in octavoformaat. De editie had als titel Epistolarum selectarum iii centuriae: e qnibus tertia nunc primum in lucem emissa. Tot nog toe bezat het museum slechts een onvolledig exemplaar, met alleen de derde Centuria, die uitsluitend brieven bevat gericht aan Italianen en Spanjaarden, of met correspondenten die in die landen verblijven. Met de nieuwe aankoop heeft het museum nu een volledig exemplaar, met inbegrip van de eerste twee centuriae.Ga naar voetnoot9 De laatste aankoop van een druk van Jan Moretus is de Triumphus Jesu Christi crucifixi van de Italiaanse jezuïet Bartholomaeus Riccius, uitgegeven in 1608.Ga naar voetnoot10 Het bevat 70 gravures van gekruisigde martelaren en martelaressen. Jan Moretus drukte de verklarende teksten voor rekening van de graveur en prentenhandelaar Adriaen Collaert. Op zijn beurt leverde die exemplaren met de gravures terug aan de Officina Plantiniana voor verdere verkoop. Dat dit exemplaar eigendom zou zijn geweest van Catharina Moretus, de dochter van Jan Moretus en de echtgenote van de prentenuitgever Theodoor Galle, zoals bij de verkoop werd voorgesteld op basis van een eigendomsmerk op het schutblad, is echter onwaarschijnlijk. Tot zover de aankopen voor het archief en de bibliotheek van het Museum Plantin-Moretus in 2004. Het is voor de lezers van De Gulden Passer wellicht interessant te weten dat sinds dit jaar alle artikelen van het tijdschrift vanaf de eerste jaargang uit 1923 apart zijn ingevoerd in de catalogus van het Antwerpse bibliotheeknetwerk Anet (http://lib. ua.ac.be). Wie als titel de zoekterm ‘gulden passer’ intikt, komt uit bij de algemene beschrijving van dit tijdschrift, en kan dan verder de inhoudsopgave van elke individuele jaargang op het scherm toveren. Ook op elk woord uit de titel van het artikel én op elke auteursnaam kan worden gezocht.Ga naar voetnoot11 Meteen is een volledige index op De Gulden Passer via het internet raadpleegbaar. |
|