De Gulden Passer. Jaargang 64

[p. 47]

Verzoek van L. Guicciardini aan de magistraat van Gent
door Dr. B.A. Vermaseren
(Breda)

In zijn boek over Lodovico Guicciardini zegt Touwaide dat de bekende auteur van de beschrijving der Nederlanden op 12 december 1566 een exemplaar van zijn werk aan de magistraat van Gent aanbood. Een bron van zijn vermelding geeft hij echter niet¹.

Het toeval deed ons het schrijven aan de hand dat het boek vergezelde. Er blijkt uit dat de datum is: 16 december. En op het stuk staat aangetekend dat het op de 28ste van die maand in het college van de magistraat is behandeld.

Hieronder volgt dat schrijven. Het draagt geen handtekening. Dat wijst er op dat men in feite een request vóór zich heeft, waarvan de bedoeling is een of andere beloning te ontvangen: de laatste zin wijst trouwens daarop.

Op de adreszijde is iets door het zegel weggevallen en door ons aangevuld.

1 r.h. touwaide, Messire Lodavico Guicciardini Gentilhomme Florentin, Nieuwkoop, 1975, p. 77.

[p. 48]

Ludovicus Guicciardinus, amplissimo Senatui G[andensi] S[alutem] P[lurimam] D[at].
Cum hoc opus de vestrę Inferioris Germanię descriptione condiderim (domini mei observantissimi) in honorem atque commodum totius huius Provincię visum est mihi non alienum esse ab hoc meo officio civitatibus capitalibus ut est vestra omnium laxissima, exemplar unum offerre, ut hinc cernere liceat, quantum ea in re laboris exhauserim, et quantum benevolentię erga illustrissimam nationem vestram ostenderim,
supplico magnificentię vestrę ut bonum animum meum in optimam partem accipiatis, et me apud vos quam commendationem habere velitis.
Valete.
Antverpię, 16 die decembris 1566.
(Adres:) [Am]plissimo et prudentissimo
[senatui] pręclarę civitatis
[Gand]ensis
(Andere hand:) R/^e in collegio den
28^en decembris 1566tich
(gent, Stadsarchief, S 2ter, del. 1: autografen 1547-1599 (ongenummerd, niet gefolieerd)).